Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Bij het oprichten eener loge. Lof zij mijn lied, mijn wensch gebed; Mijn ziel stroom' weg in dank! Voor Hem, die op de wolken treedt, Stijg mijner snaaren klank. choor. Ja Hij, die op de wolken treedt, Hoor mijner snaaren klank! Dees tempel, der vertrouwlijkheid En waarheid opgerigt, Blijve haar gewijd, wijl de eendragt - zelf Zijn muuren heest gestigt! choor. Heil deezen tempel! de eendragt - zelf Heeft dien zo hecht gestigt. [pagina 103] [p. 103] Van hier, van hier, ô valsche schijn! Verlaat deez' heilgen grond. Dra bliksemt u de vuurge blik Der waarheid van dit rond! choor. Van hier, dra bliksemt u de blik Der waarheid van dit rond! Dan hij, die, aan 't gewijde altaar, Der deugd gelofte doet, Sta als een rots! gevaar, noch magt Ontzetten zijn gemoed! choor. Hij zegeviere op 't woest geweld! 't Ontzett' nooit zijn gemoed. Rechtvaardigheid bestier' zijn zwaard, De deugd vorm' hem ten held, En wijsheid strijde aan zijne zij', Wanneer het waarheid geldt! choor. De wijsheid strijde aan zijne zij', Wanneer het waarheid geldt! [pagina 104] [p. 104] En zoo hij als verwinnaar keer', Gejuigch den strijd vervang', Dan denk hij: slegts ééne eedle daad Is meer dan lofgezang! choor. Juigcht, Broedren! juigcht: ééne eedle daad Is meer dan feestgezang! Vorige Volgende