Voorbericht tot dansen en rhytmen.
Het komt mij voor, dat de kleur haar tijd in de literatuur heeft gehad en dat er door een schrijver, die iets wit maken, dat stand houdt vanzelf en spontaan meer op de beweging in de dingen zal moeten worden gelet. De schilders hebben op de literatuur een te grooten invloed gehad.
Er zijn twee soorten van literatuur, die welke feiten vertelt, die buiten den verteller omgaan en door menschen en dieren worden bedreven en de psychologische. De eene stelt zich tevreden met de belangrijke bewegingen der dingen te noteeren, de andere gaat in de details. De harmonie der groote beweging te geven is zeker moeilijker dan de harmonie der detailbeweging. Ik noem details die dingen, waaraan historisch weinig waarde wordt gehecht, b.v. slechts in klein-historische beteekenis. Het vertellen der actie van anderen is belangrijker dan het vertellen van de gedachten van anderen. Omdat de daad het eindstadium is der gedachte, is zij het belangrijkste voor den mensch.
Ik wil daarom niet zeggen, dat de kleur geheel en al zou moeten verdwijnen, dat zou onzin zijn. Zij zal altijd een ingrediënt blijven.
Mij dunkt dat de feiten die men noteert, weergegeven moeten worden in een reeks van rhytmen, die de literatuur ontleent aan de muziek. Deze idee is reeds gezegd door Zola, maar hij zelf heeft haar nog niet in praktijk gebracht. Mallarmé is op den goeden weg maar hij miskent de logische opeenvolging der menschelijke gedachte of de intelligentie; het rhytme is zijn meester terwijl hij de meester in het rhytme moet zijn.
1893.