werk is niet uit de onbewustheid geboren. Het is niet opgeweld van zelf om zijns zelfs wil.
Om bewondering te kunnen gevoelen, echte blijvende bewondering, moet de lezer bij den auteur een zekere hoeveelheid onbewustheid bespeuren. Is er symboliek, dan moet deze niet zijn vooropgezet, maar zij moet harmonisch uit de conceptie voortkomen, volkomen natuurlijk uit de onbewuste schepping.
Daarom zullen de werken ontstaan om en door een gewilde symboliek in den loop der tijden geen stand houden.
In de litteraire kunst is de Vondst alles. Gij moet den lezer verwonderen, verrassen. De aandoening, het sarcasme, de ironie, de passie, als zij op zich zelf staan, zijn niets. De Vondst met hen vereenigd is voortreffelijk.
De Vondst op zich zelf is reeds veel en kan het zaad der schoonheid worden genoemd. Door de Vondst is Sainte-Beuve groot in de critiek en is Victor Hugo groot in de poëzie.
Wat is de Vondst? Zij is de ontdekking. Zij is het innerlijk gevoel van het verrassende, dat uit het bewustzijn komt van iets nieuws te hebben gevonden, iets dat men te voren niet kende. Uit die ontdekking komt dan de bevrediging van iets te hebben bereikt.
Het is de Vondst, die maakt, dat een stuk proza of poëzie waard is om te worden gelezen. Zoo was er in een hoofdartikel van Rochefort in den Intransigeant steeds één Vondst.
Er zijn momenteele gedachte-flikkeringen, die moeten worden opgevat als iets dat ver weg is, waar men niet te gretig naar moet grijpen, maar dat er toch is, zooals een bliksemstraal, die maar één of een halve seconde duurt.
Bij het lezen van werkelijk superieure stukken litte-