| |
| |
| |
A quoi tient l'infériorité française?
Indien ik mij wel herinner, is de schrijver vroeger redacteur van een theosophisch tijdschrift geweest. Hoe het ook zij, op het oogenblik schrijft hij in dit boek voor iedereen heldere en scherp afgelijnde begrippen neer.
Volgens hem is het antwoord op bovengenoemde vraag, welke den titel van zijn boekje uitmaakt, eenvoudig deze: Het catholicisme. De fout is begaan, meent hij, in de 16de eeuw, toen Frankrijk de Hervorming heeft afgewezen en met Duitschland en de Scandinavische landen niet is meegegaan op het spoor door Luther gewezen. En wanneer men hem Lodewijk XIV en Napoleon tegenwerpt, antwoordt hij: Ce que l'on nomme communément gloire, n'est en réalité que trahison. Nu redeneert hij op de volgende manier.
Het vrije onderzoek, dat was de voorwaarde der toekomst. Om zijn bestaan te verzekeren, moest men tot elken prijs het catholicisme verlaten. Frankrijk bood weerstand. Francois I, Henri IV, Louis XIV, zij werden
| |
| |
de steunpilaren van Rome. Zij weigerden binnen te gaan in de moderne wereld. Nadat Frankrijk de Hervorming heeft laten voorbijgaan, werd aan dat land een tweede gelegenheid geboden, om zich vrij te maken, namelijk de Revolutie, maar ook van deze profiteerde het land niet en liet ze voorbijgaan.
In de twee fundamenteele drama's van den modernen tijd: de Hervorming en de Revolutie, triompheert ten slotte de Leugen: het edict van Nantes en de Herstelling van het Catholicisme door Napoleon.
Wij de zonen van Voltaire? Och kom. Wij zijn de zonen der Kerk en ons lachend scepticisme is niets anders dan de schors onzer moreele en geestelijke slavernij. Wij moeten oprecht zijn en de waarheid over onzen toestand verkondigen en tot elken prijs uit de illusie geraken. Het vaderland heeft noodig de waarheid te kennen en het is in zijn belang en strekt tot zijne waardigheid, te weten, hoe het de fouten zal herstellen of de wijze kennen om er niet meer in te vervallen.
Ja, niettegenstaande den schijn van het tegendeel, den glans der uiterlijkheden, niettegenstaande onze buitengewone deugden, is de tegenwoordige Fransche inferioriteit een feit en alléén onze onbegrijpelijke kinderachtigheid verzet er zich tegen. Is het ziekte of verval van krachten, die oorzaak? is het verlamming, is het eene voorbijgaande crisis, of gaan wij het verval tegemoet? Ik weet het niet, zegt de heer Balzagette, en ik heb het hier niet na te gaan. Wij kunnen niet
| |
| |
worden genezen, zoolang wij onze ziekte niet kennen en doorgaan in dezen staat van onbewustheid, waarin wij leven, zoolang wij de zwakte van ons karakter en onze hersens niet kennen.
Wij zijn een volk, dat slecht en moeilijk denkt en onze tegenwoordige toestand kan geresumeerd worden in deze woorden: ziekte, onverschilligheid van den zieke. Wij zijn een zieke natie, die voorgeeft gezond te zijn.
Onlangs is er een boek van vierhonderd bladzijden verschenen, waarin over de superioriteit der Angelsaksers wordt gesproken, en breedvoerig wordt deze toegeschreven aan allerlei oorzaken. Maar het boek bevat geen enkele syllabe over den godsdienst. ‘Vreemd!’ meent de heer Balzagette.
Een bekend publicist meent onze kwalen door enkele wijzigingen in de wet te kunnen genezen. Eenige zittingen van de Kamer, en wij zijn er weer bovenop.
Neen, de kwaal zit dieper, wij moeten ze in den grond, in de wortels aantasten. Zoo redeneert hij.
En nu komt de geschiedkundige kern, uit welke de auteur den boom van zijn boek laat opgroeien. De schitterende Italiaansche periode van de veertiende eeuw b.v. was niets anders dan bedekte verdorvenheid. Florence's en Venetië's roem en glorie was slechts schijn. Onder het uiterlijk van eene bloeiende gezondheid was Italië in zijn binnenste aangetast door een kwaal, die geen pardon kent. Verderf! Verderf! Dat was de ware toestand. De grootheid! van Genua en
| |
| |
Milaan, van Rome in de veertiende eeuw, zij was niets anders dan schijn en bedrog.
Het zwijgend of vurig uitgesproken protest van het Noorden tegen het bedrog van het Zuiden was de opstand van het oprechte tegen het listige, van het gezonde tegen het bedorvene.
Vervolgens ontwikkelt hij de elementen in den geest der Hervorming en toont aan de hand van de geschiedenis, hoe François I de Hervorming weigerde, Henri IV tot het oude geloof terugkeerde en Louis XIV het edict van Nantes herriep en hoe zij daardoor grove fouten begingen.
Daarna wordt het mislukken der Revolutie betoogd, de verderfelijke gevolgen van den 18den Brumaire blootgelegd, waarvan de uitkomst was, dat het catholicisme ten slotte zegevierend uit allen strijd te voorschijn kwam en Napoleon zijn beste promotor bleek.
En nu de conclusie van den heer Balzagette:
Dus wij Franschen zijn inferieur.
Laten wij voor een oogenblik aannemen, dat Frankrijk inferieur aan andere volken is, dan heeft de auteur nog niet bewezen, dat daarvan zijn godsdienst de oorzaak is geweest. Er zouden andere oorzaken kunnen zijn, waarvan godsdienst en inferioriteit de gemeenschappelijke gevolgen vormen. Verband tusschen godsdienst en inferioriteit is zeker moeilijk aan te toonen.
Doch Frankrijk is niet inferieur, maar tot nog toe superieur geweest aan de andere volken en al valt het niet te ontkennen, dat in vele opzichten na het tijdperk
| |
| |
van zijn hoogsten bloei onder Napoleon III het stadium zijner inferioriteit is aangevangen, het zou even moeilijk zijn te bewijzen, dat Frankrijk zijn superioriteit aan het catholicisme verschuldigd is, aan het catholicisme als zuivere godsdienst.
Maar het is niet recht duidelijk, hoeiemand een heel boek kan schrijven over de niet bewezen thesis van eene inferioriteit der Fransche natie, terwijl de feiten ze tegenspreken.
Dat heeft iets van een idée fixe. Heeft ooit een volk hooger toppunt van glorie bereikt dan onder Louis XIV en Napoleon bereikt is? Waar zijn er grootere beeldhouwers, grootere dichters, grootere redenaars, grootere prozaïsten geweest? Staan de Fransche natuurkundigen, mathematici, geneeskundigen niet even hoog als de Duitsche of Engelsche? Behoort de wijsgeer Descartes niet tot de grootste geesten, die de menschheid heeft voortgebracht? Veldheeren als Turenne en Condé, waren zij niet even helderziende en doortastend als Gustaaf Adolf, Torstenson of de oude Frits? Het schouwspel der Revolutie is een der meest grootsche drama's, die de historie heeft doen spelen. Het was een worsteling van titanen en titanische machten, beschenen met den rossen gloed van vlammende verdelging.
Ik zoek en zoek, maar vind nergens de inferioriteit.
Oui, notre infériorité plonge ses racines dans un passé plus que tricentenaire. Oui, c'est en l'échec de la Réforme et en l'échec de la Révolution qu'il faut chercher les sources de notre déchéance.
C'est parceque nous n'avons pas évolué spirituelle- | |
| |
ment et politiquement, parceque nous sommes demeurés au fond, attachés à l'ancienne foi et à l'ancien régime, que dans le monde moderne nous faisons pauvre figure.
* * *
Men moet maar durven. Niets is gemakkelijker te beweren, dat het toppunt van hoogsten bloei eener natie et toppunt van verderf, corruptie en inferioriteit is. Men plaatst zich eenvoudig op een ander standpunt dan zij, welke de dingen anders aanzien; men staat de evolutie zijner eigen ideeën toe. De hoogste glans is het dichtst bij de duisternis. Doch zoo houdt men nooit op, doch draait rond in een cercle vicieux.
En wanneer de schrijver als een der oorzaken van inferioriteit het uit het catholicisme voortvloeiende cesarisme noemt, zoo vergeet hij, dat het protestantsche Duitschland ook met zoo ver van het cesarisme is verwijderd vergeet hij, dat het typische land van het cesarisme het niet-catholieke Rusland is.
Laten wij verder voor een oogenblik aannemen 1o. dat Frankrijk een inferieur land is, 2o. dat de oorzaak dezer minderheid zijn catholicisme is, dan nog maakt de auteur den indruk van den putdemper, nadat het arme dier is verdronken. Frankrijk moest de Hervorming hebben aangenomen. Maar nu het dat niet heeft gedaan, wat nu? Nu is het toch wel niet meer in den tijd, om nog Luther's leer aan te nemen, zegt toch iemand, dien de auteur niet bij name noemt: Les heures
| |
| |
accordées aux nations pour se recueillir et choisir leur voie sont comptées. D.w.z., is eenmaal de gelegenheid voorbij, dan valt er niet meer op terug te komen, en deze waarheid geldt ook voor de individuen.
Wat moet er nu gedaan worden?
Il n'est qu'une mode de gúerison en admettant qu'elle soit possible: le renouvellement total. La médication doit être proportionnée au mal. Pour anéantir en nous les germes de mort il faut une régénération radicale, une totale purification intérieure, une révolution de conscience.
Terecht schijnt de auteur zelf te twijfelen, of een herleving der natie mogelijk is. Niemand kan zeggen, wat er met dat land zal plaats grijpen. Slechts in groote lijnen en voorzichtig kan de toekomst voorspeld worden, niet de naaste, maar de verre toekomst, en men behoeft geen geïnspireerd profeet te zijn, om vooruit te zeggen wat er eenmaal moet geschieden. Duitschland zal meer en meer aangroeien in bevolking en zal dus op den duur het stationnaire, ja, in bevolking achteruitgaande Frankrijk overvleugelen en zijne zonen en dochters naar Gallië zenden; of door den aanwas van Duitsch element de Fransche natie zal verjongd worden of te gronde gaan, valt moeilijk te zeggen.
Waarschijnlijk zal Europa tegen dien tijd de Statenbond aanschouwen, waarvan reeds velen droomen en waaromtrent Leroy Beaulieu onlangs reeds eenige denkbeelden heeft ten beste gegeven.
In de laatste jaren is overal in Europa de toenadering tusschen catholieken en protestanten grooter
| |
| |
geworden dan vroeger, en godsdienstoorlogen schijnen voor altijd een onmogelijkheid te zullen zijn. Het christendom is in Europa versterkt, maar de menschen, die zich van het geloof afwenden, zijn talrijker geworden. De grenzen van geloof en ongeloof worden duidelijker zichtbaar en de slotsom zal waarschijnlijk toch de terugkeer tot het geloof zijn, want de menschelijke ziel, of liever gezegd, de ziel der volkeren schijnt niet buiten het geloof te kunnen.
Er zit in het ware socialisme geen antigodsdienstig principe. De vijandschap der socialisten tegen den godsdienst is slechts tijdelijk en zal alleen duren, zoolang de overwinning nog niet behaald is. Is deze er eenmaal, dan zullen ook de socialisten ieder naar zijne manier laten zalig worden, zooals de oude Fritz placht te zeggen.
***
Om met deze opmerkingen over het boek van den heer Balzagette te besluiten, zal men niet anders kunnen, dan aannemen, dat het op grove onwaarheid berust, dat zijne historische betoogen zeer netjes en helder zijn uiteengezet, dat hij menig leerrijk woord over den geest en de gevolgen der hervorming van Luther en Calvijn heeft gezegd, maar dat zijn boek niet bewijst, wat de auteur heeft willen bewijzen; dat er weinig menschen zullen zijn, welke van de inferioriteit der Fransche natie zullen overtuigd zijn; dat die andere
| |
| |
auteur, schrijvende over de superioriteit der Angelsaksers en geen gewag makende van den godsdienst, zeker dichter bij de ware methode was dan de heer Balzagette.
In de laatste jaren kan men het verschijnsel gadeslaan van den terugkeer tot het geloof en den godsdienst van vele eminente mannen. Zij zijn daarom niet minder groot, maar ook niet meer voor het oordeel der wereld. Eene andere vraag zou zijn, of hunne godsdienstige gevoelens en ideeën aan hunne geesteshoedanigheden schade doen en dan komen we tot de zeer moeielijke vraag: is het geloof bevorderlijk voor den geest of niet? Doch het is hier de plaats niet, om over deze quaestie uit te weiden. Ook de heer Balzagette, alhoewel een heldere en precies gedachte volzin hanteerende, lijkt me niet de man, die een psychologie van het geloof zou kunnen geven, en ook niemand waarschijnlijk in Nederland, want onze bekende wijsgeeren hebben zich op deze hoogvlakte niet kunnen bewegen.
|
|