Men lette wel, hier zit de moeilijkheid en volgens de Katholieke leer ligt er weinig verdienste voor den hemel in het maken van kunst uit ijdelheid.
Dat hij in een wijderen kring van menschen de hymnen der Katholieke kerk heeft bekend gemaakt, is zijn verdienste. Maar buiten die gedichten bestaat het Latijnsch proza der kerkvaders, dat voor de literatuur meer waarde heeft, en Huysmans betreurt zeer terecht in zijne voorrede de afwezigheid van dat gedeelte.
Daar is het geweldige proza van Paus Leo de Groote. Misschien is er bij geen enkelen Latijnschen schrijver zulk eene zwaarte en forschheid van klank, de hoofdeigenschappen der Latijnsche taal. Hij is de eenige paus, die volkomen als paus heeft geschreven. Daar is het gepassionneerde proza van den heiligen Hieronimus. De zachte volzinnen van den heiligen Bernardus, de harde volzinnen van Tertullianus, enz. enz.
Maar het is geen gering werkje, uit de paar honderd folianten der kerkvaders eene mooie bloemlezing te maken. Het is te hopen, dat de heer de Gourmont eenige helpers zal vinden.
En als dat dan klaar is, verwachten we, dat anderen eenige Christelijke Grieksche schrijvers uit het stof der bibliotheken te voorschijn zullen halen, het werkje van Origenes bijv. over het Hooglied, waarvan de h. Hieronymus getuigde: ‘Origenes omnes vicit sed in hoc se ipsum vicit’, iets van Chrysostomus, Basilius den Groote, Synesius of Gregorius van Nanzianze.
Als staaltje van werkelijk Christelijke poezie geef