Wat Plato bedoeld heeft met dat verzonken land, is zeer geheimzinnig en allerlei onderstellingen zijn opgeworpen, om de zaak te verklaren.
Meende Plato Amerika of spreekt hij van een inderdaad gezonken land, dat tusschen Amerika en Europa in den Atlantischen Oceaan gelegen heeft? Waar dat land lag, daarover gaan ook de meeningen uit elkaar.
Eene niet te verwerpen hypothese is die van den mijn-ingenieur D. Federico de Botella. Deze heeft namelijk waargenomen, dat van Aveiro, aan de kust van Portugal, tot Aviles, aan de kust van Asturië, eene grensketen van oorspronkelijk land zich bevindt, dat vroeger nooit door water bedekt was, en uit de geologische verhoudingen en toestanden van Spanje besluit hij, dat er vroeger een groot land in de richting van het Noordwesten lag, dat kort na de verschijning van den mensch, tegen de helft van de quartaire periode, gezonken is.
Niet alléén Plato, maar ook Theopompos van Chios sprak van het land Meropis, dat aan den anderen kant van de Zuilen van Hercules lag en in oude tijden zou gezonken zijn. In dat land, zegt hij, waren geweldige dieren. Op hen jaagden dappere mannen, die het gebruik van het ijzer niet kenden, maar veel goud en zilver bezaten.
Ook de Druïden van Gallië hadden eene overlevering, volgens welke een groot land kort bij hun land zou gelegen hebben. Toen dat eiland gezonken zou zijn, hebben zich slechts weinig menschen naar het land der Celten kunnen redden.
Het is dus zeer waaarschijnlijk, dat er meer en veel