zonder een opgegolf van sterke sensaties of rijzing van volzinnen.
Deze richting (zoo zij eene richting mag genoemd worden), is de meest consequente uiting van den litterarischen tijdgeest, het logische gevolg van het Naturalisme.
Eerst waren het helden, goden en godinnen, toen kwam Rousseau die natuur wilde, daarna Victor Hugo, dan Balzac, dan Zola. Deze laatste was nog niet gewoon en natuurlijk genoeg. De Veristen slechts zullen misschien alléén bereiken wat de vroegere artiesten indirect gewild hebben, doch niet konden maken omdat hun artistiek temperament te sterk was. Deze waren grootere artiesten, de veristen zijn misschien de eenige, die den sterksten indruk der gebeurde werkelijkheid kunnen achterlaten, zonder artistieke bevrediging.
Indien hun wil doorgaat, is het uit met den stijl, met den klank, met de kleur, en met de eigenlijke litteratuur. Het zal de litteratuur wezen die thuis behoort in een socialistischen staat: eene litteratuur, die ten minste voor ons uit doode teekens zou bestaan.
Zooals de menschen over straat loopen, met het onbeteekenende geluid hunner stappen, allen even banaal er uitziende, voortgaande zonder te schreeuwen, zonder opzienbarende gebaren of sprongen, zoo gaan de volzinnen burgerlijk door, kalm en neutraal. Alléén wat er achter zit laat de schrijver blijken aan hen, die zijn van goeden wil en nieuwsgierig zijn te leeren de werkelijkheid.
Zie hier des schrijvers eigen woorden, die uitdrukken,