zijn, maar achtte Zola een min artiest, alhoewel hij bij het lezen van Nana de zachte huid van de heldin met zijn vingers dacht te voelen, zooals hij zeide.
Hij was een fijne geest en zijn gemoedsleven ging tot de meest subtiele hoogten. Hem na te volgen in zijne vluchten is uiterst gevaarlijk, dit bewijzen de gedichten van hen, die getracht hebben te doen wat hij deed. Geen enkele heeft ooit verzen gemaakt als deze: Tout orgueil fume-t-il du soir. Torche dans un branle étouffée, Sans que l'immortelle fumée Ne puisse à l'abandon surseoir enz. enz.
Zijn dood, meer dan die van Verlaine, laat eene leegte achter in de fransche litteratuur, want Mallarmé was een centrum, van hem ging eene leiding uit en men erkende in hem een opperhoofd. Ook klonk zijn stem luider dan die van den auteur van ‘Sagesse’, wiens eenvoud soms den grond te veel raakte, terwijl de laatste in forschere rijzing hooger steeg. Niet alléén in Frankrijk was zijn glorie groot, ook in Duitschland en Engeland werd hij door de geraffineerde geesten zeer bewonderd. Zoo zeide Stefan George bij zijn bezoek in Holland, dat iemand verhevener dichter is, naarmate hij Mallarmé meer waardeert.
Het rhytme der sensatie te vinden, de klanken te wiegelen, te deinen, te laten drijven door de opkomende nevels der hersenen. Nooit bang voor de botsingen met de zuivere rede; de klanken te laten klinken een-na-een zonder de alliage der nevenbegrippen. In plaats van bloot substantieven te geven. verbond hij de