Dansen en rhytmen
(1989)–Frans Erens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
[pagina 15]
| |
WarmoesstraatGa naar margenoot+Het draaiorgel speelt in wentelend geklaag. Uit de koperen buizen in het lamlendig gedraai, stijgen de schallende tonen langs de gevels der huizen, der oude, ivoorgestreepte huizen. De regen valt neer in zachten drup. Het asphalt glimt in den stervenden dag. Boven het blinkend geharrewar der oude, gebeeldhouwde gevels, in een grijzen strook staat de dag, de stervende dag in de lucht. De draaiorgel bruischt in slingerend geklaag door de ruimte der straat en plettert de muren, in golvend gepletter, langs steenen en vensters kletterend, in hagelend gespartel van heldere zangen, in weenenden gang. In het luidende roepen van venters met karren valt de motregen neêr, op de kleppen der petten der venters, in het voetengeklets der rennende menschen. Vaal glimmen de glazen in den grijzenden dag, die wegsmelt naar boven in de bleekende lucht. In vollen draf de broodkar rijdt; hoog op zit de knecht, die laat draven de hit. | |
[pagina 16]
| |
In langzamen draf, met regelmatig geklets, de hoefslag van 't paard voor 't rijtuig dat rolt. In ruischende zij, met breedschonkig gedribbel, gaan de hoeren voorbij, wandelend voorzichtig onder de schermen, die druipen, rouwzilver in den stervenden dag. |
|