De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd3062 Aan Louis de Vers
| |
[pagina 237]
| |
plichtsbesef, gaf ik maar liever toe aan zijn gevoelens dan mijn eigen belang te dienen. Uw wijsheid zal kunnen beoordelen hoeveel vorderingen hij in de letteren heeft gemaakt. Uit mijn financiële middelen, hoe bescheiden die ook zijn, heb ik hem zoveel meegegeven dat ik denk dat hij over gierigheid niet te klagen heeft. Niettemin blijf ik intussen bereid om zijn belangen, waar mogelijk, te dienen. Zijn leeftijd en zijn ambitie roepen hem tot grotere dingen. Mij rest niets anders dan dagelijks wat te moeten inleveren. Dankzij uw welwillendheid heb ik twee vaten wijn gekregen, waarvoor ik u erkentelijk ben en zal blijven, mocht ik niets kunnen terugdoen. De rest hoort u wel van uw verwant.Ga naar voetnoot2. Moge de Heer Uwe Zeereerwaarde Hoogheid in goede gezondheid bewaren, aan wie ik mij ten zeerste aanbevolen wens te houden. Bazel, 7 oktober in het jaar 1535 |
|