3023 Van Ambrosius van Gumppenberg
Rome, 1 juni 1535
Dierbare Erasmus, voor het moment kan ik u niets van belang schrijven dat u niet beter en uitgebreider kunt vernemen van ons beider vriend Ludwig; hij zal u in een gesprek ten volle over alles inlichten en hij speelt voor mij bij u de rol van brief. Maar ik wilde niet verhelen dat u binnenkort uit Rome goed nieuws zult ontvangen, naar ik verwacht.
Ik vraag u om alstublieft eindelijk in één brief verscheidene brieven van mij te beantwoorden.Ga naar voetnoot1. Want vol verlangen zie ik uit naar een brief van u: als ik dan het bericht lees dat het goed gaat met uw gezondheid, heb ik reden me te verheugen. Bovendien heb ik u al vele malen aangespoord om bepaalde kardinalen een brief te schrijven en te zorgen dat ze u kennen; ik heb u beloofd dat dit uw zaak buitengewoon goed zal doen. Laat het alstublieft niet achterwege; van vriend Ludwig zult u horen hoezeer dit zal helpen. Het ga u goed.
Uit De Stad, 1 juni 1535
Uw vriend Ambrosius van Gummpenberg, apostolisch protonotarius en zaakgelastigde van Zijne Heilige Majesteit de Keizer, heeft dit eigenhandig ondertekend
Aan de roemrijke en zeergeleerde heer Erasmus van Rotterdam, zijn waardige meester en beschermheer. Te Freiburg im Breisgau