De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 20. Brieven 2987-3141
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2988 Aan Paulus III
| |
[pagina 15]
| |
gunst van Gods genade zullen zorgen dat u onder luid applaus van alle mensen van goede wil datgene tot een gelukkig einde zult brengen wat u en allen met het hart op de goede plaats samen zo vurig wensen. Deze wereldwijd gekoesterde hoop wordt geschraagd door het feit dat u al veertig jaar en langer de waardigheid van Rome en die van kardinaal onberispelijk heeft gediend:Ga naar voetnoot3. zelfs het geruchtencircuit (dat nergens luider gonst dan in de Stad, om niet te zeggen: dat nergens brutaler is) zou zich schamen kwaad te spreken van Alexander Farnese. Want zoals buitengewone roem afgunst de baas is, zo schrikt voorbeeldige, alleszins volmaakte deugdzaamheid ongefundeerde kritiek af.Ga naar voetnoot4. Ik vind het echt een zeer verheugend voorteken: de wonderlijke eensgezindheid van allen die u uit één mond met één stem gelukwensen, of niet alleen u gelukwensen maar ook de gehele wereld feliciteren. Een zo grote eensgezindheid onder mensen is niet zomaar een ijdel voorteken. Dat u de naam Paulus heeft aangenomen is eveneens een teken dat geluk voorspelt: in het Grieks is dat een woord voor rust en kalmte, bij ons voor bescheidenheid. Paulus van Tarsus heeft volkeren met uiteenlopende opvattingen, die in talloze scholen hun meningsverschillen uitvochten, tot de eendracht van één godsdienst gebracht; wij hopen dat Paulus van Rome deze ruzies over opvattingen en het strijdgewoel van scheuringen weet te bedaren, namelijk doordat dezelfde kracht aan het werk is in de vorst van de gehele Kerk als die eens gewerkt heeft in de uitverkoren apostel. Uw vroomheid zal u tot actie aanzetten, uw wakkerheid van geest zal zorgen voor een plan, en de uitkomst zal het geschenk zijn van hem door wiens wil u de positie heeft bereikt die in menselijke aangelegenheden de absolute top is. Kon ik tot deze prachtige activiteiten maar iets anders bijdragen dan mooie wensen en grote bereidwilligheid! In elk geval heb ik tot nu toe gedaan wat ik kon, standvastig volhardend in het gezelschap van de Kerk, bereid alles te ondergaan, zelfs de dood, liever dan mijn naam te lenen aan welke groepering ook. Van deze houding heb ik nog steeds geen spijt, ook al heeft deze berg aan gevaren en overlast, naast het verlies van mijn energie, ervoor gezorgd dat ik volgens mij bijna beter dood kon zijn. Maar ik heb een bonafide geldschieter, aan wie ik dit rijkelijk vergoed. Het zij echter verre van mij om in blinde onbesuisdheid advies te gaan geven aan u, wiens wijsheid de hele wereld overziet. Toch zult u in uw uitzonderlijke mildheid mij deze overijverige opmerkingen niet euvel duiden, aan- | |
[pagina 16]
| |
gezien bij vliegende storm op zee zelfs ervaren kapiteins zich waarschuingen laten welgevallen van iedereen aan boord. Volgens mij zal het allereerst een flinke bijdrage leveren om deze taak te volbrengen als de hoogste priester - immers de aartsvader van alle koningen en volkeren - zich niet bij iemands groepering in het bijzonder aansluitGa naar voetnoot5. maar tegenover allen onpartijdig is: hij heeft iemand juist dan liever als bondgenoot naarmate die meer aandacht heeft voor zijn plichten jegens God. Zo doende zal hij zijn eigen gezag bij allen onverkort weten te behouden en minder haatgevoelens wekken. Vervolgens is het wenselijk dat koningen en vorsten in eensgezindheid hiernaar streven; ook al zijn zij allemaal verplicht aan Christus, koning der koningen, zich hiervoor in te zetten (want ze hebben hun eed afgelegd volgens Christus' formule), toch is zulks ook voor henzelf van groot belang. Want als die willekeur van hen niet ingetoomd wordt, bestaat het gevaar dat de vorsten uiteindelijk niet langer zullen zijn wat ze zo graag willen zijn. Maar als er op enigerlei wijze onenigheid ontstaat onder de machthebbers, zal het nuttig zijn die te bevriezen met een wapenstilstand van zes of zeven jaar. Met vereende krachten van deze vorsten zijn diegenen dan wel in het gareel te dwingen die voortdurend nieuwe moeilijkheden blijven veroorzaken en deze ellende steeds verder voort laten woekeren en uitdijen. De exacte omschrijving van dogma's moet voorbehouden zijn aan de synode. Ik acht het echter niet nodig dat de synode uitspraken doet over alle opvattingen, maar slechts over de kernpunten waar de christelijke leer om draait. Want er zijn zaken waarvan de apostel Paulus wil dat eenieder de interpretatie accepteert die de apostel zelf geeft, en er zijn zaken waarover hij schrijft: Als jullie er op enig punt anders over denken, zal de Heer het jullie wel openbaren.Ga naar voetnoot6. Zoals variatie van ceremonies de eensgezindheid van de Kerk geenszins tenietdoet, zo zijn er opvattingen waarbij men een andere mening kan hebben zonder zo de christelijke vrede te verbreken. Ook zal het helpen als men de aanhangers van de partijen de hoop biedt, zo zij iets eisen wat billijk is, dat die eis ook ingewilligd wordt. Bovendien zal het niet onnuttig zijn om volgend op een uitspraak van de synode amnestie te beloven aan wie die uitspraak voortaan accepteert: anders wordt een tijdelijke dwaling gezien als een levenslange besmettingshaard. Maar het allerbelangrijkste vind ik als allen tegelijk hun eigen emoties terzijde schuiven en het oog alleen richten op Christus' glorie en het succes van het christelijk geloof. Zo zal God zelf voor hen die op zoek zijn naar het rijk Gods en zijn rechtvaardigheid, zeker | |
[pagina 17]
| |
hun inspanningen zegenen en zullen alle voordelen die zij persoonlijk zo vurig verlangen hun dubbel en dwars toegeworpen worden. Verder, hoewel deze besmettelijke pest zich helaas erg wijd verbreid heeft, moeten we toch niet wanhopen aan een goede afloop. Het merendeel van de mensen is nog niet besmet, speciaal niet de mensen van hoge rang en grote geleerdheid: de meesten van degenen die ermee in aanraking gekomen zijn, walgen inmiddels van wat er nu van geworden is en hebben heimwee naar wat ze achter zich hadden gelaten. Was het mij ondanks zwakte van lijf en leden maar mogelijk om Uwe Heiligheid een kleine dienst of mijn vurige wensen hoogstpersoonlijk aan te bieden. Maar omdat dit mij niet vergund is, doe ik dat nu via degene die u deze brief bezorgt, Ludwig Baer, een man die de gunst van Uwe Heiligheid volledig waard is; van zijn excellente kwaliteiten kunt u beter hoogte krijgen uit informatie van mensen die hem door en door kennen, zoals de eerwaarde heer Antonio Puccio en de eerwaarde vaders Ennio bisschop van Veroli en Girolamo Aleandro aartsbisschop van Brindisi. Gegeven te Freiburg im Breisgau, 23 januari in het jaar 1535 na Christus' geboorte Ik, Erasmus van Rotterdam, heb de brief eigenhandig ondertekend |
|