De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986

[p. 363]

2980 Aan Bonifacius Amerbach
[Freiburg], 28 november 1534

Gegroet. Je vertelt me weinig aangename zaken waarvoor ik niettemin dankbaar ben.^1. Ik zou graag willen weten wat mijn Clauthus is overkomen, over wie ik een slecht voorgevoel had omdat hij hier is weggegaan zonder me te groeten en zonder hier ook maar iets achter te laten, alsof hij hier nooit meer zou terugkeren. Mijn dank voor je goede zorgen voor de brieven aan Sadoleto en Alciati. Toch heb ik het stellige vermoeden dat tussen Sadoleto en ons verwijdering is ontstaan vanwege een dienst waardoor hij des te meer vriendschap voor ons had moeten voelen. Je klaagt erover dat ik je brief niet beantwoord. Wie zou op dergelijke onzin antwoord geven? Je bedankt me voor één nacht gastvrijheid die ik je heb verleend, en voor ik weet niet wat ik allemaal voor je heb gedaan. Zoek een ander onderwerp als je antwoord verwacht!

Het ga je goed, met allen die je dierbaar zijn. 28 november 1534

Je Erasmus van Rotterdam

Aan de hooggeachte heer Bonifacius Amerbach. Te Bazel

1. Dit moet betrekking hebben op een niet bewaard gebleven brief waarin Bonifacius Amerbach de dood van Clauthus meedeelde.