2978 Van Bonifacius Amerbach
Bazel, 22 november 1534
Hartelijk gegroet. Jouw brieven die aan Sadoleto en Alciati moesten worden doorgestuurd,Ga naar voetnoot1. heb ik allang doorgestuurd omdat ik juist enkele boden tegenkwam, en ik neem aan dat ze inmiddels zijn bezorgd. Dit vertel ik je opnieuw, zeer vermaarde Erasmus, omdat een Fransman die hier kortgeleden voorbijkwam, in jouw opdracht, naar hij zei, om jouw brief aan Sadoleto vroeg die ik al eerder had verzonden, zoals ik je had geschreven. Daarom vermoed ik dat mijn briefGa naar voetnoot2. niet aan jou is overhandigd. Als er verder nog iets is waarbij je mijn hulp wenst, ziehier iemand die tot alles bereid is, want er kan geen sprake zijn van ook maar enige twijfel aan mijn voortdurende toewijding aan jou. Het ga je zo goed als het maar kan, mijn onvergelijkelijke heer en beschermer, en blijf me, zoals je doet, op je gebruikelijke manier je genegenheid toedragen.
Bazel, 22 november in het jaar 1534
Jouw petekind Johann Erasmius Froben, die deze brief bezorgt, zou ik bij je aanbevelen als ik niet zou vrezen dat ik te horen krijg wat mensen nog altijd in de rechtspraak wordt voorgehouden: doe niet wat al gedaan is.Ga naar voetnoot3.
Bonifacius Amerbach, van harte de jouwe
Aan de heer Erasmus van Rotterdam, sieraad van de ware godgeleerdheid en alle goede wetenschappen, zijn hooggeachte heer en in alle opzichten weergaloze leermeester. Te Freiburg