2949 Van Christoph Gering
[Augsburg], 26 juni 1534
Hooggeachte, zeergeleerde en eerbiedwaardige heer, de heer Johann Paumgartner, mijn meester, heeft gisteren via een door hemzelf gehuurde bode een briefGa naar voetnoot1. aan u verstuurd en tegelijk nog iets anders, zoals u genoegzaam uit zijn brief kunt opmaken. Dit wilde ik uwe excellentie met mijn eenvoudige woorden via deze bode van mijn heerGa naar voetnoot2. laten weten, zodat u, mocht deze bode eerder bij u aankomen dan de andere, niet zult denken dat mijn heer geen brief aan u heeft verzonden. Moge God u intussen lange tijd in goede gezondheid voor ons bewaren. Het ga u goed, onvergelijkelijk sieraad van Duitsland.
26 juni in het jaar 1534 na de maagdelijke geboorte
Uwer excellentie nederige dienaar Christoph Gering
Aan de hooggeachte en zeergeleerde heer Erasmus van Rotterdam, vermaard hoogleraar in de godgeleerdheid, zijn eerbiedwaardige heer, te Freiburg im Breisgau