De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2944 Aan Erasmus Schets
| |
[pagina 312]
| |
heb ik nog nooit gevochten. Hij had zich overduidelijk voorgenomen mij met zijn brutaliteit te doden, zonder rekening te houden met mijn leeftijd, mijn gezondheid, mijn geleerdheid, mijn algemene wetenschappelijke verdiensten of onze huiselijke omgang. Ik weet niet uit welke grot deze gek te voorschijn is gesprongen. Bij mij in huis heeft hij zijn haat niet opgevat (nooit heb ik hem met een woord gekrenkt en ik was bijzonder op hem gesteld), maar die droeg hij in het verborgene bij zich. Zonder het te weten heb ik een slang aan mijn borst gekoesterd.Ga naar voetnoot3. Zijn gemeenheid slaat een diepere wond in mijn ziel dan honderd boeken van Luther of van Nikolaus van Herborn.Ga naar voetnoot4. Verscheur deze brief alsjeblieft nadat je hem hebt gelezen. Want dat monster dreigt met een proces zodra hij is teruggekeerd. Het ga je goed. Freiburg, 11 juni 1534 Je herkent de hand van hem die werkelijk de jouwe is Aan de hooggeachte heer Erasmus Schets, mijn buitengewone vriend en beschermer. Te Antwerpen |
|