De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2942 Van Daniel Stiebar
| |
[pagina 309]
| |
ongehoorde driestheid. Wat er gebeurt, weten jullie ongetwijfeld beter, als ingezetenen van een koninklijke stad. Hier wordt niets anders verteld dan wat algemeen bekend is. Wij hebben namelijk, in elk geval tot dusver, niets te maken met de plannen en de daden van de aanstichter.Ga naar voetnoot2. Hopelijk komt het niet zo ver dat alle Duitse vorsten er met ons bij betrokken raken. Dat ik nu mijn beklag ga doen, heeft geen zin. Zo hebben namelijk degenen het gewild die u kent, naar ik weet, en een dergelijke behandeling past bij onze verwondingen. We kunnen daarom maar beter instemmen met alles wat God laat gebeuren. Hooggeachte heer, ik vraag u in elk geval mij te schrijven, maar ook onze vorst,Ga naar voetnoot3. die dikwijls over u spreekt en u onveranderlijk de meest eervolle gevoelens toedraagt. Stuurt u alstublieft een korte brief die we hem kunnen aanbieden. Het ga u goed. Würzburg, 5 juni 1534 Daniel Stiebar, oprecht de uwe Aan de in geleerdheid en goedheid uitmuntende heer Erasmus van Rotterdam, zijn te eerbiedigen heer, te Freiburg im Breisgau |
|