De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2919 Aan Damião de Gois
| |
[pagina 282]
| |
woonte, omdat de bode haast maakte. Ik hoop dat het goed voor je uitpakt dat je hebt afgezien van een zo schitterende positie.Ga naar voetnoot2. Ik sta geheel tot je beschikking. Mijn gezondheid heeft te lijden en daarmee moet ik rekening houden. Ik zal een tamelijk fraai en afgezonderd deel van mijn huis voor jou bestemmen, waar je het leven van een kluizenaar kunt leiden. Maar als mijn huis je niet bevalt, zullen de graven van Rennenberg een deel van het huis ontruimen waar ik vroeger heb gewoond. Je zult Erasmus tot alles bereid vinden. Of je daarginds nieuwe kleren aanschaft of hier, maakt niet zoveel uit. Over de rest hebben we het als we onder elkaar zijn. Het ga je goed, mijn grote vriend. Freiburg, 11 april 1534. We zullen drinken uit jouw beker,Ga naar voetnoot3. die overmorgen wordt gebracht. Je zult op elk gewenst moment een huis aantreffen dat op je komst is voorbereid. Ik geloof dat je geen paarden wenst te houden. We hebben een nette stal, maar die is vol. Nogmaals, het ga je goed. |
|