De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2913 Aan Erasmus Schets
| |
[pagina 271]
| |
briefGa naar voetnoot3. waarin je aanduidt dat de thesaurier VincentGa naar voetnoot4. 240 gulden belooft en onderzoek zal instellen naar de manier waarop 60 gulden is verduisterd, is later aangekomen dan had gemoeten. Ik had namelijk al via Viglius van Zwichem aan een aantal mensen en ook aan de thesaurier zelf over het achtergehouden en beknotte bedrag geschreven, wat ik niet zou hebben gedaan als ik jouw brief wat eerder had gekregen. Het eervolle geschenk had op grote dankbaarheid kunnen rekenen als het ongeschonden en tijdig was gegeven. Maar ik ben de Staten niet minder dankbaar voor hun vrijgevige bedoelingen, hoezeer hun goedgeefsheid ook wordt vertraagd en besnoeid door sommige hongerlijders, wat degenen die de hoven bevolken meestal zijn. Ik stuur je hierbij twee vergulde boekjesGa naar voetnoot5. samen met een aantal brieven die naar Engeland moeten worden overgebracht. Aangezien echter Luis de Castro Engeland heeft verlaten, lijkt het me beter dat je opdracht geeft alles tegelijk in één pakket aan Robert Aldridge af te geven, vroeger kapelaan van de bisschop van Lincoln,Ga naar voetnoot6. nu van de koning. Hij is namelijk de trouwste van mijn vrienden en zal ervoor zorgen dat alles bij de juiste personen wordt bezorgd. Ik wil wel graag weten of iemand de plaats van Luis heeft ingenomen en wie dat is. Sinds Viglius ons heeft verlaten, heb ik niets meer over hem kunnen vernemen; leeft hij of is hij dood? Hij is hier midden in de winter weggegaan, en de winter was bar. Ik zou van jou willen horen of hem iets is overkomen, wat ik niet zou willen. Als de gelegenheid zich voordoet, laat dan Quirinus Talesius weten dat de briefGa naar voetnoot7. die hij jou had toevertrouwd aan mij is overhandigd, samen met het linnen dat zijn vrouw heeft gestuurd. Ik maak gebruik van de hand van een ander,Ga naar voetnoot8. aangezien een afschuwelijke jicht, of een andere kwaal die daar sterk op lijkt, mijn rechterarm zo in haar greep heeft dat ik zelfs geen lijntje met mijn pen kan trekken. Het verheugt me dat je Grapheus snel zult uitbetalen wat ik opgedragen heb, al verbaast het me dat jij het geld nog niet in handen hebt gekregen. Over het algemene en mijn persoonlijke nieuws krijg je een overzicht op een apart vel papier. Ik wens jouw zeer dierbare vrouw en lieve kinderen alle goeds. Freiburg im Breisgau, 11 maart in het jaar 1534 na de geboorte van de Heer | |
[pagina 272]
| |
Na drie dagen is mijn hand gaan zwellen. De pijn laat nauwelijks toe dat ik onderteken. Erasmus van Rotterdam Aan de geachte heer Erasmus Schets, koopman te Antwerpen, zijn goede vriend. Te Antwerpen |
|