2911 Aan Jan Łaski
Freiburg, 5 maart 1534
Erasmus aan de hoogeerwaarde heer proost van Gniezno
Jouw briefGa naar voetnoot1. waarnaar ik lange tijd heb gezocht, wilde me niet in handen komen. Ik heb de ring ontvangen die de aartsbisschopGa naar voetnoot2. vroeger droeg. Was jij je oom maar in diens waardigheid opgevolgd! Dat je neerkijkt op zowel eer als rijkdom, is iets waarvoor ik je filosofische geest prijs, maar zoals het nu in de wereld toegaat, is het beter aan de top te staan, om niet overgeleverd te zijn aan de hoon van varkens en honden. Om niets anders te zeggen: jouw kwaliteiten verdienen een groots theater, van waaruit je zoveel mogelijk mensen van nut kunt zijn.
Over de bibliotheek ben ik niet van mening veranderd; het zal gaan zoals jij beslist.Ga naar voetnoot3. Het is niet veilig over de jongste ontwikkelingen te schrijven, maar ik heb toch enkele zaken toevertrouwd aan een vel papier, ook over mijn eigen toestand, dat ik aan Justus Decius heb gestuurd, voor het geval dat iemand daar misschien belang in stelt. Mijn gezondheid dwingt me namelijk weinig te schrijven aan weinig mensen. Ik hoop dat het jou en de jouwen uitstekend vergaat. Onze vriendschap zet me ertoe aan dat ik ook jouw geluk evenzeer als het mijne beschouw als het geluk dat in de eerste plaats van mijzelf is, voor zover ik enig geluk ken. Ik zou willen weten wat je broers Hieronim en Stanisław doen. Het ga je goed, mijn bijzondere beschermer en vriend.
Freiburg, 5 maart in het jaar des Heren 1534
Erasmus van Rotterdam, in het jou welbekende handschrift
Jouw brief, die me niet in handen kwam toen ik er lange tijd naarstig naar zocht, is uiteindelijk vanzelf opgedoken toen ik naar iets anders op zoek was. Ik heb hem rustig herlezen en hij bracht veel troost, zozeer ademen al je woorden een oprechte en allerminst geveinsde welwillendheid. Een van jullie bisschoppenGa naar voetnoot4. schreef me dat hij Melanchthon naar Polen heeft uitgenodigd, wat mij nogal verbaast. Melanchthon schrijft weliswaar met minder agressie, maar wijkt nooit een haarbreed af van de lutherse leerstellingen; ik zou bijna zeggen dat hij nog lutherser is dan Luther zelf. Ik heb deze zaken met de hand van een ander toegevoegd, omdat de jicht mijn rechterhand in haar greep heeft.