De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |
2897 Aan Gaspar Schets
| |
[pagina 254]
| |
was ontwaakt. Daarom heb ik me maar weer met mijn oudje verzoend. Je hebt hier een merkwaardig soort reinheid.Ga naar voetnoot5. Door alle straten van deze stad stroomt een kunstmatig geleide beek. Die neemt het afval op van slachters en van de markt, de viezigheid uit alle keukens, het vuilnis uit alle woningen, het braaksel en de urine van alle inwoners en zelfs de uitwerpselen van degenen die thuis geen latrine hebben. Met dit water doet men de was en reinigt men wijnvaten en zelfs keukengerei. Dit zou nog te verdragen zijn als er iets te eten was. Het hele jaar door voed ik me met kip. Delicatessen zijn er hier niet, of als die er zijn, gaan die naar de adel. Daarom denk ik al lange tijd aan Brabant, als de goede goden het toestaan.Ga naar voetnoot6. Maar ik zal je niet langer met deze flauwekul vervelen. Zorg ervoor dat het je goed gaat en dat je ijverig voltooit wat je begonnen bent. Gegeven te Freiburg, 23 januari in het jaar 1534 na Christus' geboorte Erasmus van Rotterdam, eigenhandig |
|