2897 Aan Gaspar Schets
Freiburg, 23 januari 1534
Erasmus van Rotterdam aan Gaspar Schets, gegroet
Het was me bijzonder aangenaam, mijn allerbeste jongeman, dat je mij een staaltje van je karakter en je geleerdheid hebt willen tonen. Jouw briefGa naar voetnoot1. maakt namelijk duidelijk dat je begiftigd bent met een scherp verstand (wat dat betreft, lijk je op je beide ouders) en dat je bovendien goed thuis bent in de Griekse en Latijnse letteren, wat me des te aangenamer is omdat ik vanouds een bijzondere vriendschap onderhoud met je voortreffelijke ouders, zodat ik me over hun zegeningen niet minder moet verheugen dan over de mijne. Welk groter geluk kan immers een mens overkomen dan dat zijn kinderen de kennis opdoen waarmee zij tot nut en tot sier kunnen zijn, zowel in persoonlijke kring voor hun familie en vrienden als in het openbaar voor hun vaderland? Om dan maar een dravend paard de sporen te geven, zoals men zegt,Ga naar voetnoot2. dring ik er met klem op aan, beste Gaspar, dat je in die mooie wedloop voortdurend jezelf probeert te overtreffen, totdat je de eindstreep hebt bereikt.
Je moeder heeft aan mij geen enkele verplichting; ik heb haar nooit enige dienst of weldaad bewezen, of als ik dat toch heb gedaan, heeft ze dat meer dan voldoende vergoed. Aangezien je haar aanleiding hebt gegeven te denken dat ze mij een zeer welkom geschenk moest geven, is het redelijk dat jij weer voor mij de honneurs bij haar waarneemt en haar, zoveel je kunt, mijn bijzonder hartelijke dank betuigt, met de belofte dat ik me zal inspannen om te tonen dat haar weldaad niet ten goede is gekomen aan een ondankbaar man. Kon ze me maar, zoals ze me proper linnengoed heeft toegestuurd, ook een propere huishoudster toesturen! Niemand is immers slonziger dan dat soort vrouwen. Als hun een fijn stuk weefsel wordt toevertrouwd, is het al bij de derde wasbeurt bedorven, zozeer verwringen, ranselen en mishandelen ze hun wasgoed. Ik beschik over een lelijk, lui, praatziek, vraatzuchtig oud wijf met een boze tong.Ga naar voetnoot3. Tegenover haar alleen zou ik vijftien vrouwen durven stellen. Maar ze is al ongeveer twaalf jaar bij mij in huis. Niemand raadt me aan haar te verruilen, want het kan gebeuren dat ik iemand krijg die nog erger is. Eén keer heb ik het geprobeerd.Ga naar voetnoot4. Ik ontsloeg haar en nam een jonge meid aan, maar dat was een zeer misdadig type - ze had mijn hele huis geruïneerd als ik niet bijtijds