De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2885 Van Viglius van Aytta
| |
[pagina 232]
| |
die jij al eerder aan Froben hebt verstrekt, zodat ik meende dat het onnodig was die aan je toe te sturen. Je weet wel, zeergeleerde Erasmus, dat ik alle roem die ik tot dusver in de letteren heb vergaard en zelfs alle voortgang die ik daarin heb geboekt, toegeschreven heb aan jouw aanbevelingen en aansporingen. Vooral daardoor ten zeerste bemoedigd heb ik eindelijk de poging gewaagd een proeve van mijn studies in het licht te brengen. Het is nu aan jou degene die je steeds hebt bijgestaan, niet te verlaten maar te ondersteunen met je begunstiging, zodat ik niet weldra onder boegeroep word weggejaagd uit het theater dat ik heb betreden. Ik vraag je niet mij van nieuwe aanbevelingen te voorzien, maar bij gelegenheid ervoor te zorgen dat de geleerden vasthouden aan je eerdere mening over mij. Ook Froben heeft daar belang bij, zodat hij geen verlies lijdt door mijn commentaren. Het ga je goed. Bazel, 5 december 1533 |
|