2881 Aan Simon Lagnier
Freiburg, 19 november 1533
Erasmus van Rotterdam aan Simon Lagnier, gegroet
Het was vriendelijk van u, beste man, uit eigen beweging wijn aan te bieden, maar Gilbert Cousin heeft minder verstandig gehandeld door die aan te nemen. Toch ben ik des te erkentelijker voor uw welwillendheid omdat die ongevraagd en onverwacht was. Wat u mij vraagt met betrekking tot uw kinderenGa naar voetnoot1. zal ik stipt uitvoeren en als ik hun in enige andere aangelegenheid tegemoet kan komen, zal ik de plicht vervullen van een dankbaar mens die een weldaad heeft onthouden. Ik ben niet vergeten hoeveel ik verschuldigd ben aan de edelachtbare stadsraad van Besançon, en de aldoor mistige en bewolkte hemel hier stelt me zwaar op de proef. De keizer roept me terug naar Brabant en als de zwakte van mijn arme lichaam het vertrek daarheen onmogelijk maakt, zal ik proberen me naar u daarginds voort te slepen. De Heer geve dat ik al mijn vrienden in welzijn zal aantreffen.
Het ga u goed, evenals allen die u dierbaar zijn. Freiburg, 19 november 1533