2864 Aan Paolo Sadoleto
Freiburg, 30 augustus 1533
Desiderius Erasmus van Rotterdam aan Paolo Sadoleto, gegroet
Hoe zou ik me niet erover kunnen verheugen dat ik met een schitterende aanwinst ben verrijkt, hooggeachte jongeman, nu jij de voortreffelijke geestelijke gaven die ik in jouw oom, zijne excellentie Jacopo Sadoleto, al van oudsher niet alleen op prijs stel, maar ook hoogacht en vereer - een bewonderenswaardige welsprekendheid die gepaard gaat met buitengewone wijsheid, vroomheid en bescheidenheid - in jouw briefGa naar voetnoot1. aan mij zozeer weerspiegelt dat hij zelf in jou lijkt op te bloeien?
Tot zover dan waarom ik mijzelf gelukwens. Maar ook jou bedank ik, beste Paolo, omdat je mijn naam luister bijzet met een loffelijke vermelding, hoezeer je in je grote bescheidenheid die dienst ook geringacht. Jouw dialoog over het juiste onderwijs had ik al van Bonifacius Amerbach gekregenGa naar voetnoot2. voordat jij het toezond en hoewel ik overstelpt was met bezigheden en zorgen, heb ik toch tussendoor mijn afgematte geest verkwikt met de lectuur ervan, totdat de overstromende zee van mijn verplichtingen me dwong het boek terzijde te leggen. Maar ik neem het binnenkort opnieuw ter hand en zal niet rusten voordat ik het geheel en al heb verorberd. Al doende zal ik genieten van jou en je oomGa naar voetnoot3. binnen de grenzen van het mogelijke, nu het lot me dat niet op een andere manier vergunt. Je moet weten dat zijne excellentie jouw oom een voorname plaats bezet onder mijn beste vrienden, en wel op grond van zijn verdienste; jij, die in alles op hem lijkt, zult een plaats zeer dicht in zijn buurt krijgen. Hier heb je dan een eigenhandige brief, geschreven in haast, met doorhalingen en toevoegingen; je zult dit wel eerder opvatten als een teken van vertrouwdheid dan van onachtzaamheid. Het ga je goed.
Freiburg im Breisgau, 30 augustus 1533