2863 Aan Conradus Goclenius
Freiburg, 28 augustus 1533
Desiderius Erasmus van Rotterdam aan magister Conradus Goclenius, gegroet
Om jou een aandenken na te laten van mijn zeer oprechte vriendschap, beste Conradus, en bovendien enige tegemoetkoming voor zowel de diensten die je mij persoonlijk hebt bewezen als de inspanningen die je in het openbaar hebt geleverd ter bevordering van de wetenschap, is het mijn wens dat al het geld dat ik jou tot dusver in bewaring heb gegeven, jouw volle eigendom wordt, zodat jij kunt besluiten wat je ermee wilt, bij mijn leven en na mijn dood. Ik heb voldoende geld dat van elders komt. Ik weet dat jij er een beter gebruik van zult maken dan ik. Bovendien beschouw ik alles wat een dergelijke vriend bezit als het mijne. Om te voorkomen dat iemand jou in deze