stuurt Amerbach in concept een verklaring waarin hij de bewaarneming bevestigt. Op 8 april 1534 zou Erasmus een verklaring opstellen met gewijzigde termen.
Hartelijk gegroet, hooggeachte Erasmus. Ik stuur de akte toe zoals je me had opgedragen te doen. Als die jouw goedkeuring kan wegdragen, zal me dat zeer verheugen. Zo niet, dan is het aan jouw goedheid mij de tekst voor te schrijven. Ik zal er naar beste kunnen voor zorgen dat elke formulering die je kiest, zo snel mogelijk in mijn eigen handschrift wordt teruggezonden. Let op je gezondheid alsjeblieft, en het ga je zo lang mogelijk zo goed als het maar kan, onvergelijkelijke meester en beschermer.
Te Bazel
Ik, Bonifacius Amerbach, doctor in de rechten en burger van Bazel, verklaar dat de heer Erasmus van Rotterdam, mijn in alle opzichten te eerbiedigen beschermer, zestienhonderd gulden in goud te mijner beschikking heeft gesteld, die ik hem te goeder trouw zal teruggeven wanneer hij daarom ook maar vraagt (of, als hij de som niet zelf terugvraagt, aan degenen die hij daartoe in zijn testament of in zijn laatste wilsbeschikking heeft aangewezen). Mocht het gebeuren dat hij niets hierover bepaalt, dan beloof ik dat ik die met grote nauwgezetheid zal uitgeven, zoals men onder goede mensen behoort te handelen, aan het doel dat hij mij eigenhandig heeft voorgeschreven. Ter meerdere bevestiging van dit alles heb ik deze akte geschreven en daarop mijn familiezegel of kenmerk afgedrukt.
Gedaan te Freiburg im Breisgau op 6 augustus in het jaar 1533 na de geboorte van Christus