De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 179]
| |
2854 Van Viglius van Aytta
| |
[pagina 180]
| |
betreft, zal ik toch naar vermogen proberen eens werken van eigen hand in het licht te geven die jouw loftuitingen over mij niet geheel onwaardig zijn. Voor nu zal ik me echter nog enige tijd houden aan de raad van Aristoteles, die een arm man aanspoort eerder naar rijkdom dan naar wijsbegeerte te streven. Maar ik ben vastbesloten mijn volledig onderbroken studies te hervatten zodra ik behoorlijke inkomsten heb vergaard en voldoende middelen heb om me de tijd en de onkosten voor de wetenschap te veroorloven. Ik zal je nog duidelijker maken wat mijn plan is dat jij, naar ik weet, met kracht wilt en kunt bevorderen. In Duitsland heb ik grote en machtige beschermheren. Zij allen raden mij aan naar Spiers te trekken en beloven dat mij een eervolle betrekking wordt toegekend als ik daar enige tijd heb doorgebracht. Ook de heer MatthiasGa naar voetnoot3. heeft toegezegd mij daartoe bij de keizer te zullen helpen. Aan personen met een dergelijke invloed gehoorzaam ik graag. Ik heb daarom besloten tegen de winter naar mijn geboorteland terug te keren en mij daar te voorzien van reisgeld om het in Spiers uit te houden totdat voor mijn beschermheren de gelegenheid zich aandient hun belofte gestand te doen. Dat oponthoud is voor mij niet bezwaarlijk, omdat ik enige ervaring met de taal en de gerechtelijke procedures opdoe en eerst op de banken van de advocaten zit, een meer passende positie van waaruit ik, als God het wil, iets hogers kan bereiken. Er leeft bij mij één bedenking; als ik die kan laten verdwijnen, hoop ik op een gunstig resultaat. Ik heb in de Nederlanden een aantal vooraanstaande vrienden aan wie ik vroeger door mijn oomGa naar voetnoot4. ben aanbevolen. Ik weet maar al te goed dat zij, die alles zien in termen van geld, geen genoegen zullen beleven aan mijn hoop op een goedbetaalde positie in Duitsland, terwijl voor onze rechtbanken veel beter valt te verdienen. Zij zullen daarom vermoeden dat ik een andere reden heb om het in Duitsland te proberen, maar ik zal toch, als ik hen zie, mijn best doen weg te nemen wat er bij hen aan bedenkingen leeft. Dit is de kern van mijn plannen. Het was me bijzonder welkom dat ook jij met grote welwillendheid je steun hebt aangeboden; tevoren al had ik veel aan je te danken, omdat jouw aanbevelingen van mij, zowel privé als in het openbaar, tot een zeer eervolle opvatting hebben geleid bij de geleerden en het ontwikkelde publiek. En zeker is dat ik van jou veruit het grootste profijt krijg van mijn studies. En ik hoop dat dit zo zal blijven, want ik zou, bij Hercules, liever sterven dan door enige tekortkoming van mij jouw genegenheid verspelen. Ik stel veel vertrouwen in de begunstiging van de heer Anton Fugger en heb het idee dat ik leun tegen een stevige muur. Aangezien jij bij | |
[pagina 181]
| |
hem zeer veel gezag geniet en hij grote waarde hecht aan jouw oordeel, zou je me niet weinig helpen als je, wanneer je de gelegenheid zou hebben hem te schrijven, zijn welwillendheid zou aanwakkeren met een aanbeveling van jouw hand. Ik denk dat hij hier binnenkort zijn opwachting maakt, want dit werd me verteld door Mariangelo Accursio, die hier gisteren langskwam op doorreis naar zijn geboorteland. Volgens mij is zijn naam jou bekend, want hij heeft onlangs Cassiodorus en enkele boeken van Ammianus Marcellinus uitgegevenGa naar voetnoot5. en heeft dit hele jaar bij de heer Anton doorgebracht. Hij leek me welvoorzien uit Duitsland te zijn teruggekeerd en goede redenen te hebben om dat land te prijzen. Ook een zekere wiskundige, Gaurico, is vorig jaar gefortuneerd uit Duitsland teruggekeerd. Maar hij is niet met verstopte oren de sirenen voorbijgevaren, want hij had de mond vol van Luther en Melanchthon. De reden dat Anton hierheen komt is dat hij op raad van artsen voor zijn gezondheid wil zorgen. De zoon van de thesaurierGa naar voetnoot6. is naar Rome vertrokken en zal snel naar zijn land terugkeren nadat hij de stad heeft gezien. Ik denk dat hij persoonlijk bij je zal langsgaan om je te begroeten en jou zijn bedoelingen en plannen omstandig uiteen te zetten. Ik meende beslist dat die zaak van jouw toelage door zijn vader behandeld had kunnen worden. Daarom heb ik de jongeman naar vermogen aangespoord te doen waar hij uit zichzelf naar neigde, zodat hij gevolg zou geven aan zijn prijzenswaardige voornemen. Over het boek van RicciGa naar voetnoot7. moet je zelf oordelen. HieronymusGa naar voetnoot8. heeft het opgevraagd van Ephorinus, als ik het goed heb begrepen, en Bebel heeft het naar Bazel gebracht. Als ik evenveel bij hem had kunnen bereiken, had ik er graag voor gezorgd dat een tweede exemplaar naar jou werd gestuurd. Girolamo Vida is een regulier kanunnik. Maar onmiddellijk nadat hij een zekere naam van geleerdheid had verworven, heeft hij zich verzekerd van beschermheren en de kloostergemeenschap verlaten. Zoals ik je schreef,Ga naar voetnoot9. heeft hij onlangs in Bologna een bisdom cadeau gekregen vanwege zijn opdracht van de Christiade aan de paus. Zijn gedichten en die van een zekere Fracastoro genieten bij de Italianen de hoogste roem. Aan Glareanus heb ik ooit enkele boeken van die twee toegestuurd. De RedelozeGa naar voetnoot10. doet in Rome moeite om prebenden te krijgen, maar ik vrees dat hij jacht maakt tegen de zin van Diana. | |
[pagina 182]
| |
Je weet wel dat de curie geen schaap wil zonder wol. Iemand heeft me van daarginds geschreven dat hij wordt getroffen door een ernstige ziekte, in zijn lichaam en in zijn beurs, terwijl hij hier geheel in zijde gekleed ging. In Rome is een vermaning aan de koning van Engeland uitgevaardigd: als hij vóór 1 september zijn echtgenote niet heeft teruggenomen, wordt hij geexcommuniceerd. Koroni wordt nog steeds belegerd door de Turken, maar gezegd wordt dat Andrea Doria het anker heeft gelicht om de inwoners te hulp te komen. Het doet me deugd dat de graven van Rennenberg bij jou zijn. Met Kaspar onderhield ik in Frankrijk nauwe betrekkingen en ik heb nooit iemand gezien die bescheidener en oprechter is dan hij. En hij deed zijn uiterste best deze deugden, die al vermaard genoeg waren door de luister van zijn afkomst, te sieren met een onvermoeibare toeleg op de letteren. Ik ben veel aan je verschuldigd, zeer vererenswaardige Erasmus, maar ik wil toch ook om zijnentwil iets aan je verschuldigd zijn. Ik zal dat zijn als je zo goed ben je gunst aan hem te schenken, die hij zozeer wenst te verkrijgen. Ik heb je brief aan Vincenzo Maggi overhandigd.Ga naar voetnoot11. Hij woont hier en geeft college in de wijsbegeerte; hij is buitengewoon kundig in de Griekse letteren en wordt door zijn toehoorders op handen gedragen. De brief van Baer is niet bij me aangekomen. Over Girolamo Aleandro zal ik misschien binnenkort iets schrijven, want ik heb besloten over enkele dagen naar Venetië te gaan. AnselmusGa naar voetnoot12. heeft kortgeleden een briefGa naar voetnoot13. van een zekere monnik toegevoegd aan mijn brief aan jou. Ik weet niet wie hij is en het verbaasde me dat hij niet zelf heeft geschreven. Het ga je goed, Erasmus, sieraad van alle letteren en mijn zeer vererenswaardige patroon. Padua, 2 augustus 1533 |
|