De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| |
Beide partijen trekken aan het touw zodat het tot beider nadeel breekt; vandaar deze opschudding in de wereld. Alle beelden, die bovenal sierlijk en nuttig zijn, worden verwijderd. Laten ze liever het bijgeloof van de verering verwijderen, of beelden uit de kerk weghalen die lelijk of aanstootgevend zijn, maar dan geleidelijk en zonder ophef. Ze willen de priesters verjagen; laten ze ervoor zorgen dat de priesters geleerd en vroom zijn, en dat niemand lichtvaardig tot dat ambt wordt toegelaten, tenzij hij een fatsoenlijk en waardig man is. Er zullen er niet veel overblijven; en wat dan nog? Je kunt beter drie goede dan driehonderd nutteloze priesters hebben. De liturgie staat hun niet aan. In de kerken wordt veel gezongen en gebeurt veel dat geen pas geeft; laten ze de ongerechtigheden herstellen en wel geleidelijk, maar laat de liturgie overeind. Ze verafschuwen de missen uit afkeer van vunzige priestertjes die niets anders hebben geleerd dan de mis op te dragen en voor het overige wereldser zijn dan leken. Laten ze die huurlingen wegsturen en naar oude gewoonte één mis in de kerk opdragen, of op feestdagen twee: een privé-mis in de ochtend, voor het personeel en voor gasten, en een andere mis om vier uur in de namiddag. Inmiddels zijn de aflaten verworpen waarmee de wereld, met behulp van monniken en met instemming van de theologen, enkele eeuwen bezwaard is geweest. Wie denkt dat missen en gedenkmissen niet ten goede komen aan de overledenen, moet bij leven aan de armen schenken, wat volgens het volk moet gebeuren na de dood. Maar laten zij geen last opwerpen voor degenen die ervan overtuigd zijn dat goede werken van de levenden ten goede komen aan de overledenen die bij hun leven ervoor zorgden dat deze werken zouden worden volbracht. Wie ervan overtuigd is dat heiligen niets bij Christus kunnen uitrichten, moet te goeder trouw de Vader, de Zoon en de Heilige Geest aanroepen. Maar laten zij de heiligen vereren en eerbiedigen door hen na te volgen, zonder degenen te belemmeren die hen met vrome gevoelens vereren en aanroepen. Laat het bijgeloof worden afgekeurd en vrome intenties worden goedgekeurd, die volgens mij Christus niet onwelkom zijn, ook al zijn ze abuis. Horen de heiligen onze gebeden niet? Maar Christus hoort ze en geeft daarvoor wat we vragen. Wie overtuigd is dat de biecht geen deel uitmaakt van de sacramenten en niet door Christus is ingesteld, moet die toch in stand houden als een heilzame praktijk die door de kerkvaders is ingevoerd en eeuwenlang eensgezind is goedgekeurd, totdat de kerk hierover anders besluit. Laat bij de biecht oprechtheid en geen bijgeloof aanwezig zijn. Wie een geschikte priester kiest, uitsluitend klaarblijkelijke doodzonden opbiecht en ervoor oppast geen ernstige wandaden te begaan, zal van de biecht weinig hinder ondervinden. Laat iedereen naar hartenlust denken wat hij wil van het vagevuur; er is geen reden waarom de christelijke liefde hierdoor verscheurd moet | |
[pagina 178]
| |
raken. Laten de theologen in de Sorbonne twisten over de vrije wil, maar laten de leken gewoon en in vertrouwen hun weg gaan. Of men al dan niet door goede werken wordt gerechtvaardigd, doet er niet toe zolang men aanhoudt dat het geloof zonder goede werken voor het heil niet volstaat. Laat over de doop gehandhaafd blijven wat de kerk zoveel eeuwen heeft gehandhaafd. Elke ouder kan men er toch vrij in laten of hij zijn kind meteen wil laten dopen of dit liever uitstelt tot de adolescentie, zolang het kind intussen zorgvuldig wordt onderwezen in de rechtzinnige leer en de heilige zeden. Wederdopers moet men beslist niet tolereren. De apostelen dragen ons op de overheid te gehoorzamen,Ga naar voetnoot1. maar zij hebben er bezwaar tegen christelijke vorsten te gehoorzamen. Laat gemeenschap van goederen uit liefde voortkomen, laat het bezit en het recht van beschikking bij de eigenaars blijven. Als ze over de eucharistie onderling zozeer twijfelen dat ze dagelijks nieuwe en absurde opvattingen te berde brengen, hoeveel raadzamer was het dan niet bij de oude zienswijze te blijven, totdat een algemeen concilie of een goddelijke openbaring meer zekerheid verschaft. Het bezwaar tegen de aanbidding wordt gemakkelijk weggenomen. Niemand aanbidt de eucharistie als daarin Christus niet volledig aanwezig is. Niemand is zo krankzinnig dat hij de menselijke natuur van Christus aanbidt in plaats van de goddelijke. De goddelijke natuur is echter altijd aanwezig. Het misbruik van dit sacrament kan worden verholpen. Vroeger werd de hostie niet getoond, maar bewaard op een afgesloten en reine plaats. Ze werd niet rondgedragen op feestdagen of door een priester te paard over het land. Ze werd uitgereikt aan wie haar tot zich wilde nemen. Tegenwoordig is er in Engeland geen huis, geen herberg en ik zou bijna zeggen geen bordeel waarin geen eucharistieviering plaatsvindt. De hoeren drijven er handel in. Voor overige zaken geldt hetzelfde. Als van beide zijden matigheid werd betracht, zou wellicht de opschudding stilaan plaatsmaken voor een toestand van rust. De hertog van Gulik heeft deze raad gevolgd en erkent dat dit gunstig uitvalt.Ga naar voetnoot2. Ik twijfel er niet aan dat uw stad hetzelfde zal doen, als dit door de predikers wordt toegestaan. Ik vrees dat zij hun eigenbelang zullen dienen om veilig te zijn. |
|