2843 Van Jacob Hessele
Gent, 12 juli 1533
Jacob Hessele aan de heer Erasmus van Rotterdam, hartelijk gegroet
Al heb ik mij tot dusver ervan weerhouden u te schrijven, zeergeleerde Erasmus, waartoe ik dikwijls werd uitgenodigd in brieven van uw meest toegenegen vrienden, ik ben toch bezweken door de komst van uw Quirinus. Toen ik van dat laatste melding maakte aan de graaf van Egmond,Ga naar voetnoot1. een jongeman die u ten zeerste is toegewijd, vroeg hij me met klem hem te spreken en te zien. Ik beloof dat te gaan doen. Ik ga naar het huis van Uutenhove, samen met onze secretaris Omaar van Edingen, en na de maaltijd neem ik Quirinus mee op mijn weg naar het hof. De heer van Egmond prijst zich gelukkig dat hij de assistent van Erasmus ziet en vraagt wat die zoal in Freiburg doet, en of hij niet van plan is naar Vlaanderen terug te keren. Hij verzekert dat er een uitnodiging is uitgegaan en een bedrag als reisgeld is toegezonden. Quirinus doet alsof hij nergens van weet en vraagt wat hij denkt dat aan Erasmus moet worden geschreven. Egmond belooft dat hij een brief zal meegeven en houdt Quirinus vast tot op de dag van vandaag. En terwijl hij u schrijft, waartoe ik hem de gelegenheid heb gegeven, draagt hij me op - mijn dienst belonend met vrije tijd - op mijn beurt een brief tot u te richten. Ik beroep me erop dat ik beter thuis ben in Accursius en BartoloGa naar voetnoot2. dan in Cicero. ‘Bij de raad kun je pleiten zoveel je wilt,’ zegt hij, ‘hier hebben we daden nodig, geen woorden’. Quirinus geeft ook een aansporing door hoog op te geven van de vriendelijkheid waarmee u degenen bejegent die u toegenegen zijn. Hierdoor komt het dat ik schrijf, u intussen bij alles wat heilig is verzoekend en smekend dit goedgunstig op te vatten. Ik matig me namelijk niet zoveel aan dat ik het waard ben u te schrijven; niettemin weet ik zeker dat ik u kan vereren en bewonderen zolang ik
leef.
Op 20 juni is tot groot verdriet van zijn Duitse broeders Daniël Tayspil overleden, de bisschop van Jebeil, die u zeer was toegenegen. Hij was een man