De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986

2823 Van Bernhard von Cles
Wenen, 18 juni 1533

Aan Erasmus

Hierbij stuur ik u de brief^1. toe die ik kortgeleden heb gekregen van de geachte, voortreffelijke en door ons beminde Fridericus Nausea. De brief zou u wellicht eerder in handen zijn gekomen als hij van daarginds was verzonden.^2. Ik heb me niettemin de nodige moeite getroost om hem zo snel mogelijk uw kant op te sturen, om zowel u als hem een genoegen te doen.

Wenen, 18 juni 1533

1. Deze brief is niet bewaard gebleven.

2. Vanuit Rome.