2821 Van Bernhard von Cles
Wenen, 14 juni 1533
Aan Erasmus
Het heeft me zeer veel genoegen gedaan dat de aan u gerichte brief van de koning en vooral die van mijGa naar voetnoot1. veilig zijn bezorgd terwijl u met vrienden aan de avondmaaltijd zat. Maar dat de daaropvolgende nacht u maagpijn en voortdurende slapeloosheid heeft bezorgd, heb ik ongaarne vernomen. Ik ben er niettemin van overtuigd dat u, bevrijd van dat ongemak, een aangenaam leven leidt dat u, zo wens ik, door de almachtige God nog lang gegund zal zijn, zodat u in staat bent naar vermogen bij te dragen aan de rust in de kerk, die ook door u vurig wordt gewenst temidden van de beroering die door onze vorsten en heren wordt gewekt. Hiertoe zal ik u in mijn brieven blijven aansporen, ook al bent u voldoende op drift.
Wenen, 14 juni 1533