2801 Van Bernhard von Cles
Wenen, 27 april 1533
Hooggeachte heer, eerbiedwaardig in Christus, oprecht door ons bemind. Eerder hebben wij dit niet kunnen volbrengen vanwege onze afwezigheid, maar nu hebben wij, aangespoord door uw laatste brief,Ga naar voetnoot1. voor uw vriend Glareanus vijftig gulden en voor u een driemaal zo groot geschenk van zijne koninklijke majesteitGa naar voetnoot2. verkregen. Maar omdat wij met alleen dit nog niet tevreden waren, sturen wij u daarenboven, ten teken van de bijzondere genegenheid die wij u altijd hebben toegedragen, vijftig gulden van onszelf ten geschenke, zodat u zich kunt verheugen in een geschenk van tweehonderd gulden in totaal. Wij willen niet dat u denkt dat het u hierom in de toekomst zal ontbreken aan de toewijding die wij tot dusver hebben betracht, aangezien wij eraan hechten in elke aangelegenheid waarin wij dat kunnen, u zodanig tegemoet te willen komen dat onze dienst beantwoordt aan uw verwachting.
Wenen, 27 april 1533
Bernhard, bij de gratie Gods kardinaal en bisschop van Trente
Aan de hooggeachte heer Erasmus van Rotterdam, doctor in de godgeleerdheid, eerbiedwaardig in Christus, oprecht door ons bemind. Te Freiburg