De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
2799 Aan Karel Uutenhove
| |
[pagina 92]
| |
met Barbier die mijn toelage verduistert. Ik vermoed dat de zaak is aangesticht door Aleandro en Latomus; zijGa naar voetnoot7. zijn Fransen en ik weet niet hoe het komt, maar de Fransen zijn mij nu minder welgezind. De naam van Duitsland speelt me parten. Glareanus doet je de groeten terug en wenst je van harte alle goeds. Amerbach is maar zelden hier nu hij een echtgenote heeft. Je kunt je nauwelijks voorstellen hoeveel verdriet het me doet dat Karel Sucket, een bijzonder veelbelovende jongeman, ons zo voortijdig is ontvallen. Ik was bezorgd om hem vanwege zijn te vroeg ontloken kwaliteiten. Voor jou heb ik betere hoop, jij die geleidelijk opklimt naar de hoogste toppen van de roem. Mijn hartelijke groeten aan de heer Willem de Waele, een bijzonder vriendelijk man. Jou, beste Karel, wens ik alle [...]Ga naar voetnoot8. en intussen maak ik een bruiloftslied voor je. Gegeven te Freiburg im Breisgau, 1533 Er wil hier maar geen brief van Van den Zande aankomen; ik heb geen idee of ik die heb ontvangen.Ga naar voetnoot9. Breng hem en Van Edingen alsjeblieft mijn welgemeende groeten over. Erasmus van Rotterdam, eigenhandig Aan de edelmoedige en geleerde heer Karel Uutenhove. Te Gent |
|