De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2768 Aan Bonifacius Amerbach
| |
[pagina 37]
| |
hij van Sadoleto had ontvangen, zei hij eerlijk dat hij vier testonsGa naar voetnoot5. had gekregen, dat wil zeggen één écu, maar tegen QuirinusGa naar voetnoot6. zei hij dat het er twee waren. Hij liet mij een afschrift zien van een brief van Sadoleto. De brief was hem naar zijn zeggen afhandig gemaakt door iemand die hem gevangen genomen en mishandeld had, om geen andere reden dan dat deze hem ervan verdacht lutheraan te zijn. Toch werd hij vrijgelaten op voorspraak van Farel. Na te hebben kennisgemaakt met de geestesgesteldheid van de man heb ik hem te drinken gegeven en acht plappartsGa naar voetnoot7. aangeboden. Wat een verspilling, zul je zeggen. Integendeel, het was een goede besteding, omdat ik met een zo kleine uitgave van die charlatan ben verlost. De wereld is vol van dat soort schooiers. Het weer springt ongenadig met me om. Zorg ervoor dat jij en de jouwen zo gezond mogelijk blijven, want de maand maart staat voor de deur. Erasmus van Rotterdam, eigenhandig Aan de veelzijdige geleerde Bonifacius Amerbach. Te Bazel |
|