De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2753 Van Viglius van Aytta
| |
[pagina 15]
| |
heid kunnen achterhalen, maar ik denk van niet. De correcties van de werken van Cicero, waar Amerbach ook om had gevraagd, zijn hier moeilijk te verkrijgen; Hercules van zijn knots beroven gaat nog sneller.Ga naar voetnoot3. Ik beschik niettemin over een aantal correcties op de brieven aan Atticus die me niet van belang ontbloot lijken en die ik graag zal toesturen. Ik ben nu de rechtmatige eigenaar van een manuscript van de Institutiones in het Grieks en ik heb Amerbach geschreven om die eveneens uit te geven. Tot dusver heb ik je nog niet durven vertellen dat ik hier een openbare onderwijstaak op me heb genomen die na een jaar afloopt, zoals vroeger het gezag en de bevoegdheid van de pretoren. Ik heb het er vooralsnog redelijk afgebracht en tot dusver in elk geval standgehouden tegen de eerzucht en de afgunst van een Italiaanse collega die we mijn concurrent noemen. Sucket, mijn beste studievriend, met wie ik vanaf mijn jongensjaren in een hechte vriendschap was verbonden, is ons onlangs in Turijn door een voortijdige dood ontvallen. Mij had niets kunnen overkomen dat smartelijker is. Ik had er al lange tijd een voorgevoel van en heb in vele brieven geprobeerd hem te bewegen daar weg te gaan, maar dit heeft niets uitgehaald. Logau, over wiens vertrekGa naar voetnoot4. ik je heb geschreven, wordt hier terugverwacht. Mij werd bericht dat hij het onderwijs van de zoon van een of andere graaf op zich heeft genomen en met een goed gevulde beurs naar ons zal terugkeren. De keizer is nog altijd in Bologna met de paus.Ga naar voetnoot5. Onlangs zijn daar afgezanten van de koning van Frankrijk aangekomen: kardinaal François de Tournon en nog een bisschop, die van Tarbes als ik me niet vergis.Ga naar voetnoot6. Het is niet algemeen bekend waarover de beraadslagingen gaan. Wel wordt gezegd dat de keizer na afloop van het huwelijk aldaar tussen zijn dochter en hertog Alessandro van Florence naar Milaan zal vertrekken.Ga naar voetnoot7. Vanwege tijdgebrek kon ik je niet nog meer schrijven. Hou me dat ten goede en schrijf mij iets op jouw beurt; ik zie reikhalzend uit naar je brieven. Het ga je goed. Padua, 14 januari 1533 |
|