De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750

2747 Aan Bonifacius Amerbach
[Freiburg, 9 december 1532]

Een hartelijke groet. Het liep erg ongelukkig. Die jongeman van mij^1. was hier dinsdagavond teruggekomen, terwijl Trübelmann kort daarvoor al was teruggegaan.^2. Zasius stuurde je brief^3. 's avonds laat de dag erna. Daarom kon ik niet antwoorden. Ik wil immers de voortreffelijke man^4. als het om belangrijke dingen gaat graag een plezier doen. Ik zou willen dat volgens dit

1. Misschien Quirinus Hagius, aan wie Amerbach brief 2744 meegegeven zal hebben.

2. Namelijk naar Bazel.

3. Brief 2740; zie het begin van brief 2744.

4. Johann Gross; zie voor het volgende brief 2740.

[p. 406]

recept^5. ook voor mij een doosje met hetzelfde poeder wordt gemaakt. Ik zal zo gauw mogelijk geld sturen.

Het ga je goed. Maandagochtend

Aan de heer Bonifacius Amerbach

5. De vertaling volgt de transcriptie uit Die Amerbachkorrespondenz, dl. 4, p. 174 (brief 1698): ‘ut ad hoc exemplar’.