De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2738 Van Ennio Filonardi
| |
[pagina 397]
| |
te onthouden; hij toonde zich daarbij welwillend en hij is van plan u zeer vriendelijk te behandelen, wanneer het uitkomt uw kwaliteiten naar verdienste aan te bevelen. Ik heb overwogen wat u over Aleandro schreef door te geven aan iemand die in Rome verblijft, als u dat verstandig lijkt, zodat hij, wanneer zich een gelegenheid voordoet, dat aan de paus of een van de zeer eerwaarde kardinalen kan vertellen; dit wilde ik evenwel niet zonder overleg met u doen. Daarom moet u schrijven wat u wilt dat ik met deze kwestie doe. Ik zal geen enkele vriendendienst die u tot voordeel kan zijn achterwege laten. En als er verder iets binnen mijn mogelijkheden ligt wat u graag zou willen krijgen, zal het mij werkelijk een genoegen zijn u daarmee een plezier te kunnen doen, omdat ik niemand weet in die streken wie ik liever ter wille en tot voordeel wens te zijn. Ik beveel mij en mijn diensten van harte bij u aan, en tegelijk bij onze gezamenlijke vriend Ludwig Baer. Luzern, 13 november 1532 Aan de eerwaarde vader Postscriptum. Uit de ingesloten brief zult u kunnen opmaken dat mijn neef niet nagelaten heeft te doen wat ik hem had opgedragen, namelijk dat hij als een betrouwbare bode uw brief zou overhandigen. Hij heeft degene aan wie hij geadresseerd is uiteindelijk gevonden en een antwoord verkregen. Dat stuur ik u, in één bundeltje met deze brief. Uw zeer dienstwillige Ennio, bisschop van Veroli Aan de eerwaarde heer Erasmus van Rotterdam, geëerd als een broeder |
|