De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2729 Van Juan Ginés de Sepúlveda
| |
[pagina 386]
| |
Erasmus als een vijand te zien, die ik als het licht van onze tijd vereer? Overigens had ik goede hoop dat u zich zo gelaten zou opstellen, gezien uw welbekende wijsheid, waarbij het niet paste dat u verkeerd opvatte wat ik uit plichtsbesef heb gedaan. Bovendien was er de briefGa naar voetnoot2. waarin u kort geleden aan kardinaal Thomas Cajetanus schreef dat u - uit eigen beweging, maar gesteund door zijn autoriteit - juist uw best doet om zonder verdere discussie met klachten van zelfs lastige mensen rekening te houden, en al uw boeken te herzien. Hoewel u, naar ik zie, niet iemand nodig hebt om u aan te sporen, wil ook ik u toch, gezien mijn uitzonderlijke genegenheid en eerbied voor u, nadrukkelijk vragen, en met alle mogelijke smeekbeden verzoeken, met dat karwei haast te maken. U zult immers (heus!) in één klap lasteraars het zwijgen opleggen en van elk weldenkend mens veel lof ontvangen en, wat vooral bij u als vroom man past, volgens het voorschrift van Paulus, als sterke de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen.Ga naar voetnoot3. Wat de aantekeningen van Zúñiga betreft, naar ik aanneem is alles wat daaruit in opdracht van kardinaal Iñigo Mendoza is geselecteerd en aan u is gestuurd, nu bij u.Ga naar voetnoot4. Toen Mendoza in Rome was aangekomen, heeft kardinaal Quiñones hem immers het bewuste notitieboek overhandigd, met achterhouding van een kopie, samen met de overige Latijnse boeken die Zúñiga hem had nagelaten. De voortreffelijke prelaat, die u zeer toegedaan is, heeft mij dus de moeite bespaard, die ik evenwel, om u ter wille te zijn, graag op me had genomen. Het ga u goed, mijn beste Erasmus, en wees ervan overtuigd dat ik u zeer genegen ben, en dat ik, als mijn hulp, ijver en oplettendheid ergens bij kunnen helpen, omwille van u niets onbeproefd zal laten. Het ga u goed. Rome, 15 oktober, in het jaar 1532 na de geboorte van Christus |
|