De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750

2677 Aan Ambrosius Pelargus
[Freiburg, ca. juli 1532]

Erasmus van Rotterdam groet zijn vriend Ambrosius Pelargus

Ik was op het moment dat ik jou antwoord moest geven al zo overladen met werk op het gebied van de studie, dat ik bijna geen leven had. Laat staan dat ik tijd had om gissingen te doen omtrent de betekenissen en etymologieën

[p. 300]

van woordjes.^1. Ik raadpleegde Suidas over de plaats bij Paulus die je aanvoerde. Maar wat ik daar vind, pleit eerder voor jouw visie. Ik vind geen enkele plaats waar het woord orphani slaat op ouders die van hun kinderen beroofd zijn. Ik was wat slordig door een Grieks woord met Grieks weer te geven.^2. Wanneer ik evenwel toevoeg: ‘en beroofd van jullie als van kinderen’,^3. corrigeer ik als het ware wat ik me had laten ontvallen. En dit is wat de editie^4. heeft: ‘Maar wij, broeders, beroofd van jullie enz.’. Het maakt trouwens niet veel uit welke versie je leest. Het ga je goed. Als je zin hebt om op een middag samen wat te praten, kan dat wat mij betreft.

1. Zie brief 2676, waarop deze brief het antwoord is.

2. Namelijk het Griekse woord orphanos, dat behalve ‘ouderloos’ ook in algemener zin ‘beroofd van’ kan betekenen, met het Latijnse orphanus (wees).

3. Dit volgt in de aantekening op het door Pelargus geciteerde ‘velut orphani facti’.

4. D.i. de vertaling, in tegenstelling tot de aantekening.