De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2676 Van Ambrosius Pelargus
| |
[pagina 299]
| |
tus; dat doe je met een vergelijkbare truc, dat wil zeggen: je zoekt overeenkomstig je gewoonte een kiertje om te ontsnappen.Ga naar voetnoot2. Ik heb NachtgallGa naar voetnoot3. geraadpleegd over de betekenis en de etymologie van insubidus en insubide; hij heeft geen pasklaar antwoord, maar gist dat het woord teruggaat op de obscene drang tot subare (seksueel opgewonden zijn) of prikkel tot seks. Inderdaad wordt wat Nachtgall giste, in duidelijke bewoordingen uiteengezet door Pico della Mirandola, een man met een scherp verstand en een waardig karakter, als hij de woorden van de retor Julianus bij Gellius, boek 19, hoofdstuk 9 uitlegt. Subidus (zegt hij), dat wil zeggen: charmant, komt van het woord subare, dat seksueel opgewonden zijn betekent. Omgekeerd betekent insubidus: zonder charme, en zelfs afkerig van seks. Ik kwam de plaats toevallig drie dagen geleden bij Pico della Mirandola tegen, toen ik namelijk zonder aan zoiets te denken naar wat anders zocht.Ga naar voetnoot4. In de eerste brief aan de Tessalonicenzen, waarover ik al geruime tijd college geef, kan het lijken alsof je de woorden van Paulus: hêmeis de adelphoi aporphanisthentes aph' humôn (nu wij, broeders, van u gescheiden zijn),Ga naar voetnoot5. minder adequaat hebt weergegeven in de Aantekeningen met: ‘Nos autem, fratres, velut orphani facti’ (nu wij, broeders, als het ware wezen zijn geworden). Want het is niet correct een vader die van zijn kinderen is beroofd ‘orphanus’ (wees) te noemen; dat is eerder een epitheton van kinderen die hun ouders hebben verloren. Neem deze twijfel bij me weg, alsjeblieft, als je misschien iets beters weet. Het ga je goed. |
|