De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2675 Aan Ambrosius Pelargus
| |
[pagina 298]
| |
hecht. Maar dank je wel dat je me erop hebt gewezen. Ik herinner me niets van overspel als reden, ik zal de plaats nakijken. Wat de gehoorzaamheid aan het geloof betreft, niemand gehoorzaamde meer aan zijn vader dan Christus volgens zijn menselijke natuur. En het is niets ongewoons in de Schrift dat aan het hoofd Christus wordt toegekend wat bij het lichaamGa naar voetnoot2. hoort. Ook moet nog bekeken worden of geloof op geen enkele manier bij Christus past. Geloof betekent voor mij soms vertrouwen. Ze noemen iemand insubidus die dom en dwaas is. Waar het vandaan komt weet ik ook niet. Sinds ik uit Bazel weg ben, heb ik weinig boeken, en ik heb nu niets nieuws wat ik kan sturen, behalve deze brief,Ga naar voetnoot3. die je waarschijnlijk wel gezien hebt. Het ga je goed. |
|