De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2674 Van Ambrosius Pelargus
| |
[pagina 296]
| |
een geldt? Het is nogal doorzichtig met welke kunstgreep je dat hebt gedaan. In je SoldaatGa naar voetnoot4. staat het zo: ‘Je dacht dat alleen voor monniken geldt dat privébezit verboden is en armoede verplicht. Je vergiste je. Beide betreffen alle christenen.’Ga naar voetnoot5. Als monastieke armoede (namelijk die vrije armoede, die niet meer duldt binnen de grenzen van een voorbereide geestGa naar voetnoot6. te worden ingesloten, ja, die veeleer metterdaad iedere nalatenschap afwijst en verwerpt, uiteraard naar het voorbeeld van de vroege kerk) inderdaad aan alle christenen is opgelegd, volgt daaruit dat alle mensen, zoveel als er ware christenen zijn, het monnikendom belijden. Brengt wat je daar zegt niet eveneens het gevaar met zich mee dat wederdopersGa naar voetnoot7. het aangrijpen als een kans voor hun ontrouw? Zoek als je kunt een veilige haven, weg van deze zee van dwaling, überhaupt weg van deze golven die je alle kanten op jagen. Want hier kan ik niet met advies of hulp iets aan doen. In ieder geval wens ik je (het enige wat ik kan) dat je jezelf met succes losmaakt en uiteindelijk bevrijdt. Hieronymus zegt ergens dat Jozef voor twintig goudstukken werd verkocht. Jij denkt dat er door slordigheid van de kopiisten een fout ingeslopen is en er zilverstukken moet staan. Maar je moet hier in gedachten houden dat Hieronymus nooit zijn eigen vertaling, maar overal de Septuagint gebruikt heeft. Dit ondanks het feit dat Hieronymus hunGa naar voetnoot8. vertaling beslist niet goedkeurt, wat duidelijk uit zijn eigen woorden blijkt. Want in zijn commentaar bij Genesis staat er bij deze passage: ‘Ze verkochten Jozef voor twintig goudstukken. In plaats van “goudstukken” staat er in het Hebreeuws “zilverstukken”, en de Heer hoorde niet voor goedkoper metaal verkocht te worden dan Jozef.’Ga naar voetnoot9. En bij Matteüs luidt het: ‘Jozef werd niet, zoals velen denken overeenkomstig de zeventig vertalers, voor twintig goudstukken verkocht, maar overeenkomstig de ware Hebreeuwse tekst voor twintig zilverstukken. Want de dienaar kon niet meer kosten dan de meester.’Ga naar voetnoot10. In mijn ogen betrek je overspel als reden bij de evangelisten niet daarop waarop het betrokken moet worden.Ga naar voetnoot11. Ook de oude schrijvers betrekken het niet daarop waarop jij het betrekt. | |
[pagina 297]
| |
In hoofstuk 10 aan de Hebreeën ken je aan Christus geloof toe, wat duidelijk in strijd met de waarheid is. De plaats is te vinden in de Aantekeningen.Ga naar voetnoot12. Verder wil ik graag weten wat ‘insubidum’ bij Aulus Gellius betekent, en ook wat de etymologie van dat woord is. Petrus Mosellanus zegt er niets over.Ga naar voetnoot13. Ik denk dat hij een ander handschrift had. Want de handschriften verschillen op die plaats. Sommige hebben ‘insubide’, andere ‘insolite’. De plaats is te vinden in het eerste boek, het tweede hoofdstuk. Het ga je goed. Ik kan amper onder woorden brengen hoe gelukkig ik mezelf acht en hoezeer ik mezelf ermee feliciteer dat je je ertoe verwaardigde ons een paar keer te bezoeken. |
|