De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 280]
| |
2660 Van Gabriel Verinus
| |
[pagina 281]
| |
lijk is? Iedereen maakt fouten, alleen een dwaas volhardt in zijn fout. Wat je later bedenkt, is (zo zegt men) meestal verstandiger.Ga naar voetnoot9. Maar als hoop tot een fout heeft geleid, is de beste haven voor de hoop verandering van koers.Ga naar voetnoot10. En we lezen dat Augustinus, nadat hij vele jaren een bepaalde mening had gehad, die liet varen zodra het hem goed leek.Ga naar voetnoot11. U hebt zichzelf van vijandigheid bevrijd en mij - omdat ik in onzekerheid verkeerde waar deze strijd op zou uitlopen - van de vrees dat Erasmus van ons kamp naar Luther zou overlopen, wat zij misschien hadden gewild. En zij die al te angstig zijn, vreesden u niet als vijand als u aan de kant van die liedenGa naar voetnoot12. had gestreden. Als ze zo oplettend zijn bij deze soort studie, laten ze dan boos worden op Budé, de grootste onder de Fransen, die ergens tussen de annotaties bij de Pandecten zegt dat de vertaling die we van het Nieuwe Testament hebben niet van Hieronymus is.Ga naar voetnoot13. Laten die genieën toch binnen de muren van hun Collèges blijven! En als ze in het voorwoord bij Matteüs zullen lezen dat Johannes met onbesuisdheid die eerder overmoedig dan gelukkig was het Woord van God binnenviel,Ga naar voetnoot14. zal er geen enkele coulance voor Hieronymus zijn, die de woorden onbesuisdheid en overmoed met het evangelie in verband brengt. Maar genoeg hierover. Maar aangezien uw boekjeGa naar voetnoot15. waarin u op scherpzinnige wijze antwoord geeft op de academische vraagstukken,Ga naar voetnoot16. een juweel is en uit het hoofd geleerd dient te worden,Ga naar voetnoot17. ben ik bezig die hele discussie in een dialoog weer te geven, ook al bewaarde ik de spreekvaardigheid voor u. U zult als het personage Welsprekendheid met de universiteit strijden, en bij dat treffen zal Hieronymus de derde zijn, die u altijd nogal enthousiast geprezen hebt. Als het kind goed ter wereld zal komen, dat wil | |
[pagina 282]
| |
zeggen als het het waard zal zijn gelezen te worden, zal ik het aan Lorenzo Campeggi opdragen, die een groot bewonderaar van u is, iemand wie ik volledig toegedaan ben. Ik stuur nu de oude brief die ik aan u had gericht, aan hem. Omdat ik niet weet of hij ooit aangekomen is, vraag ik hem ervoor te zorgen dat hij correct bij u wordt afgeleverd, om er een van u uit te lokken. Het ga u goed. 16 juni Aan Desiderius van Rotterdam, de Cicero of Erasmus van onze tijd. Freiburg of waar dan ook |
|