2656 Van Jacopo Sadoleto
Carpentras, 7 juni 1532
Jacopo Sadoleto, bisschop van Carpentras, groet Desiderius Erasmus van Rotterdam zeer hartelijk
Degene die u deze brief overhandigdeGa naar voetnoot1. ken ik niet heel goed; ook heb ik onvoldoende zicht op het gedrag en de aard van de man. Maar aangezien hij naar mij toe was gekomen en zei dat hij, gedreven door uw wijd verbreide faam en door een soort liefde voor uw naam, naar u op weg wilde gaan, om zich onder uw toezicht op de meer verheven literatuur toe te leggen, kon ik zijn besluit onmogelijk afkeuren. In mijn ogen streefde hij immers een prachtig doel na en was hij uit op de voortreffelijkste leermeester. Toen hij mij om een aanbevelingsbrief vroeg, heb ik dan ook graag mijn gewoonte gevolgd en mij bij iets als dit, wat onder wellevendheid valt, inschikkelijk tegenover hem betoond. Ik beveel hem dus bij u aan, maar op die voorwaarde dat u hem pas op het moment dat u zelf een oordeel over hem hebt geveld en vindt dat hij het waard is in uw vriendenkring te worden opgenomen, uitnodigt en met uw goedheid omringt, zodat hij (wat alleen mag gebeuren als u er geen nadeel van ondervindt) enkele vruchten plukt van dat zeer prijzenswaardige streven van hem.
Twee of drie dagen nadat ik de laatste keer had teruggeschreven,Ga naar voetnoot2. kreeg ik uw boekjes, die ik al voor een groot deel heb gelezen; ik beleefde vooral veel genoegen aan de weerleggingen, gericht tegen die lasteraars van u;Ga naar voetnoot3. ze zijn immers overduidelijk doortrokken van enorme geleerdheid en van de gematigdheid waar ik een groot voorstander van ben. Ik bedank u nogmaals nadrukkelijk voor de Basilius, omdat u zich verwaardigd hebt mij toe te voegen aan de groep mensen die u met uw geschriften tot illustere personen hebt willen maken. Mocht ik u op dit punt niet een gelijke wederdienst bewijzen, u krijgt wel mijn goede gezindheid terug, die in elk geval opweegt tegen die uitstekende gezindheid van u tegenover mij.
Het ga u goed, mijn beste Erasmus, en groet onze vriend Amerbach namens mij. Nogmaals, het ga u goed
Carpentras, 7 juni 1532