De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2637 Van Juan Ginés de Sepúlveda
| |
[pagina 242]
| |
Wat de opmerkingen van Zúñiga betreft, die ik in hetzelfde werkje noem, moet u weten dat ze zich bij Francisco de Quiñones, kardinaal van Santa Croce, bevinden, die geen bezwaar tegen zijn wens had. Zúñiga gaf namelijk op zijn sterfbed de opdracht dat in plaats van het boek zelf, dat onvoltooid en ongepolijst was, de belangrijkste ideeën eruit aan u gestuurd zouden worden. De taak van het excerperen had ik graag volgens de wens van dezelfde prelaat op me genomen, als mijn drukke bezigheden het hadden toegelaten. Als ik weet dat u er een plezier mee zal worden gedaan, zal ik die evenwel allemaal opzij schuiven voor deze taak, en ik zal mijn best doen dat er bij de eerste de beste gelegenheid een exemplaar naar u toegaat. Het zijn, mocht u dat willen weten, in totaal tachtig notities bij uw aantekeningen bij de werken van Hieronymus, de tweede editie daarvan,Ga naar voetnoot3. en meer dan honderd bij de vierde editie van uw vertaling van het Nieuwe Testament en uw annotaties daarbij.Ga naar voetnoot4. Het ga u goed. Rome, 1 april 1532 |
|