De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2633 Van Gerard Morrhy
| |
[pagina 236]
| |
Ik was er vaak bedroefd om dat u door aantijgingen van bepaalde lieden telkens van serieuzer studie werd afgehouden. De dichters prijzen de voortdurende waakzaamheid van Hercules en Theseus bij het temmen van een zo gering aantal monsters, maar wat zouden ze gezegd hebben over u, want u overwint zoveel monsters tegelijk, die van alle kanten op u afstormen om uw ondergang te bewerkstelligen, terwijl we lezen dat zij zelfs nooit met twee de strijd aanbonden?Ga naar voetnoot3. Maar ook hier zal God een eind aan maken.Ga naar voetnoot4. Ik merk dat juist de aanzienlijken het heel goed van u vinden dat u hebt besloten überhaupt niet in te gaan op de laster van Scaliger,Ga naar voetnoot5. die Jacques Colin, abt van Saint-AmbroiseGa naar voetnoot6. en voorlezerGa naar voetnoot7. van de koning, met verplaatsing van de letters sacrilegus (heiligschenner) pleegt te noemen. Want wie dat ook geweest mag zijn, het is enkel een schavuit, die op lachwekkende wijze kletspraatjes gewicht geeft. Er zijn hier mensen die vinden dat het de auteur zelfs aan gezond verstand ontbreekt. U hebt waarschijnlijk wel gehoord van de komedie die hier onlangs in het openbaar vertoond is, met als onderwerp dat de universiteit van Parijs een monster als fundament heeft. Noël Béda, die meende dat dit tegen hem gericht was, belegde een vergadering van de hele universiteit in Saint-Mathurin,Ga naar voetnoot8. zodat de faculteiten een beslissing zouden nemen over de straf die de auteur moest worden opgelegd. De zaak is voorgelegd aan de inquisiteurs van het geloof, maar tot nu toe is er verder niets gedaan. Onze vriend Omphalius moet erop gewezen worden dat hijzelf niet ook met dergelijke humor de theologen tegen zich in het harnas jaagt; want als ze eenmaal geprovoceerd zijn, zou het hem nauwelijks met veel moeite lukken hen in te tomen, iets wat ik een aantal jaren geleden bijna tot mijn schade had geleerd, toen verboden werd dat kinderen op school uw Gesprekken lazen;Ga naar voetnoot9. want toen er volgens de regel bij onze Duitse natieGa naar voetnoot10. gestemd werd, was ik van mening dat ze gelezen moesten worden totdat de heren theologen iets beters hadden gefabriceerd, en een zeer groot gedeelte van de Duit- | |
[pagina 237]
| |
se natie sloot zich bij mijn voorstel aan, hoewel sommige kandidaten in de theologie protesteerden, omdat ze, denk ik, bang waren voor de laagste plaats op de ranglijst bij de promotie, zoals ze dat noemen; daar plegen ze immers dergelijk beledigingen te wreken. Het ga u goed, mijn beste Erasmus, en gebruik mij, als u wilt, als een slaaf die u in alles zeer toegedaan is. Parijs, de wijk van de Sorbonne, 30 maart 1532 De heer Gerard van Suggerode, kanunnik te Utrecht, doctor in de medicijnen, groet u zeer hartelijk, iemand die werkelijk een groot bewonderaar van u is. Gerard Morrhy uit Kampen, in alles uw vriend |
|