De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2631 Aan Bonifacius Amerbach
| |
[pagina 226]
| |
Stel je nu eens voor, wat zeer ver van de waarheid af staat, dat in de eucharistie niet de substantie van het lichaam van de Heer is, dan zal God niemand die dwaling kunnen aanrekenen. Want wanneer wij het in de eucharistie aanbidden is er altijd de verzwegen voorwaarde: als het daar werkelijk is. Want voor ons staat het niet vast of de priester volgens het gebruik heeft geconsacreerd. Maar wie zich naar die mensenGa naar voetnoot6. richt, deels lichtvaardige, deels eerloze lieden, welk excuus zal hij aanvoeren? Misschien zullen ze geen druk uitoefenen, omdat ze, naar ik hoor, milder zijn geworden. Maar als ze druk uitoefenen, zul je kunnen tegenwerpen dat het eerste dogma waar zijzelf mee kwamen, was dat niemand tot het aannemen van de eucharistie gedwongen mocht worden. Het is dus absurd dat zijzelf doen wat ze bij de paus als iets tirannieks gehekeld hebben. Ik zou antwoorden dat mijn geweten op dit punt nog niet gerustgesteld is, en wie in strijd met zijn geweten handelt, zelfs wanneer hij iets vrooms doet, zondigt. Maar als ze weigeren extra bedenktijd te geven, zou ik laten weten dat ik eerder ieder ongemak zal accepteren dan dat ik mijn verstand laat varen. Wanneer ze dat in de gaten krijgen, zullen ze misschien liever toegeven dan zo'n burger verliezen. Hierbij mogen ze echter niet door al te harde taal geprovoceerd worden. Wat je opmerking betreft dat priesters niets kunnen veranderen aan de eucharistie, alles wat ze kunnen is dat er bij het ontbreken van de wil om te consacreren, althans volgens de bedoeling van de algemene kerk, slechts brood en wijn is. En als alleen priesters consacreren, waar zullen die lieden priesters vandaan halen, wanneer degenen die ze nu gebruiken dood zijn? Koerst de situatie niet duidelijk op heidendom af? Maar als het je dwars zit dat je al enkele jaren zonder de symbolenGa naar voetnoot7. hebt geleefd, nood breekt wet, en de oplossing hiervoor ligt voor de hand. Het zal hier, of bij je schoonvader, mogelijk zijn heimelijk ter communie te gaan. Als het bekend wordt, is de boete gering. Het ontgaat me niet dat er veel is wat je vasthoudt: je vaderstad, al dan niet aangetrouwde familie, vrouw, huis, gezin, vermogen. Maar misschien staan er iemand die zich aangemeld heeft ergere dingen te wachten. De keizer is er.Ga naar voetnoot8. En hoe goed de krijgsgod die lieden gezind is, is welbekend!Ga naar voetnoot9. | |
[pagina 227]
| |
Ik heb nauwkeurig bestudeerd wat Oecolampadius ter weerlegging van Melanchthon heeft geschreven;Ga naar voetnoot10. hij overtuigde mij niet. Ik heb laten zien wat ik zou doen volgens mijn eigen geweten. Ga nu te rade bij dat van jou, en beslis wat het beste is, met de hulp van Christus' geest. Wat de positie in Dole betreft zal het eenvoudiger zijn je eigen raadsman te zijn. De universiteit heeft weinig mensen, in de stad gebeurt weinig, de mensen zijn, naar ik hoor, van het verkeerde slag en opstandig. De verhuizing is vervelend en duur, vooral voor iemand die getrouwd is. Hoe hoog het salaris is weet ik niet. Toch ben ik blij dat dit zich heeft voorgedaan, want daardoor zullen je stadgenoten er meer moeite mee hebben je weg te sturen. Ik heb zorgvuldig opgeschreven hoe ik erover denk; ik weet niet of ik je bedoeling voldoende begrepen heb. De Heer zal je naar zijn inzicht een raad geven die goed zal uitvallen. Alciati is weer in Bourges, zo schrijft Viglius,Ga naar voetnoot11. een veelbelovende jongeman, die ook aan jou schrijft. Sucket werd onderweg naar Italië in Turijn vastgehouden, voor een salaris van honderd kronen. Lee is in Engeland tot aartsbisschop van York gewijd, in de plaats van de kardinaal.Ga naar voetnoot12. Vulturius heeft in Augsburg veel waardering gekregen.Ga naar voetnoot13. Capito preekt daar,Ga naar voetnoot14. en dat verbaast me niet. Predikanten handelen in hun eigen belang; als ze niet meerdere steden te gronde richten, zijn zijzelf verloren. Toch is hij nu milder; hij leert dat men de pausgezinden geen kwaad mag doen en hen niet mag dwingen; men mag slechts bidden dat God hun inspiratie geeft. Maar het is de nederlaagGa naar voetnoot15. die hun geleerd heeft zachtmoedig te zijn. Oecolampadius zong een heel ander liedje. De bisschop van AugsburgGa naar voetnoot16. is op weg naar de rijksdag; hij had evenwel gezegd dat hij niet zou gaan. Hij is gematigder pausgezind dan sommigen zouden willen. Er wordt nu met de stad Schweinfurt onderhandeld, of ze de keizer wil gehoorzamen. Ze zullen ook andere steden zuiveren die nog niet openlijk | |
[pagina 228]
| |
de sekten hebben toegelaten. Ze bedreigen nu mijn vriend de theoloog,Ga naar voetnoot17. waarbij ze hem van alles voor de voeten werpen, maar vooral deze twee dingen, dat hij een kaal hoofd heeft in plaats van de tonsuur, en dat hij af en toe de eucharistie ontving te midden van leken. Maar dat is geheim. Ik wacht af wat er met mij zal gebeuren. De keizer is uiterst gehoorzaam,Ga naar voetnoot18. Ferdinand is geenszins afkerig van godsdienstigheid. Aleandro bezit tal van talenten. Je kent Eck en Fabri. Over het huis zal ik het verder niet hebben; toch zou ik willen dat het gebeurde, op gunstiger voorwaarden dan ik heb toegezegd. Als het je uitkomt hierheen te komen, zou er geen welkomer gast kunnen komen. Dan zal ik heel mijn hart bij je uitstorten. We verwachten ook Anselmus,Ga naar voetnoot19. maar ik ben bang dat hij te laat is. De bisschop van Augsburg zelf schreef aan mij dat volgens Capito mensen er niet toe gedwongen mogen worden naar een sekte over te gaan. Dat argument zal je van pas komen ten overstaan van de magistraat. Je mag verwachten dat ze doen wat hij hun voorhoudt, voor wie ze zoveel achting hebben. In Augsburg zijn degenen die ze hadden weggestuurd weer terug in het stadsbestuur. Ze moeten een van beide doen: door matiging deze storm ontwijken, of zich uit alle macht gereedmaken om een aanval af te slaan. Maar het eerste lijkt me verstandiger. Het ga je goed. Freiburg, 25 maart Je herkent de hand van hem die van harte de jouwe is Aan de zeer illustere heer Bonifacius Amerbach. Bazel |
|