De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
2613 Aan Nicolaus Olahus
| |
[pagina 185]
| |
volk volstrekt niets begrijpt. Mijn aanwezigheid zal hun echter het zwijgen opleggen.Ga naar voetnoot8. Nee, dat zal veeleer protest uitlokken! Ze zijn gewapend met vreselijke edicten. Ik zag een edict dat in Antwerpen was gedrukt.Ga naar voetnoot9. Aleandro, aartsbisschop van Brindisi, heeft ooit alles eraan gedaan om me uit te schakelen, en ik twijfel niet of hij is nu met hetzelfde bezig, hoe hij dat ook probeert te verbergen. Ze hebben prachtig de weg geplaveid voor wat ze van plan zijn. Er kwam een uitzonderlijk dom boek van Alberto Pio uit,Ga naar voetnoot10. maar toch baart zijn illustere naam mij zorgen. Vervolgens kwamen de aanmerkingen van de Sorbonne,Ga naar voetnoot11. tot grote schande van de theologen, maar omdat de naam van de faculteit toegevoegd is, bezorgt het mij toch zeer veel vijanden, hoewel de zaak niet van de faculteit uitgaat, maar van de krankzinnige decaanGa naar voetnoot12. en Béda, iemand die ronduit bezeten is. Ik heb Pio en de faculteit antwoord gegeven. Er volgde in Parijs een ander boekje onder de verzonnen naam Julius Caesar Scaliger,Ga naar voetnoot13. boordevol met zoveel evidente leugens, zoveel krankzinnige verwijten, dat de leugenachtigheid in eigen persoon niet schaamtelozer zou kunnen liegen en geen van de furiën furieuzer zou kunnen zijn. De hele stijl verraadt zo duidelijk Aleandro als auteur, alsof je zijn gezicht ziet. Ik ken allebei heel goed. Zowel de uitzonderlijke wijsheid van koningin Maria als haar vroomheid wordt door iedereen geprezen en ook haar welwillendheid ontgaat me niet, waarvoor ik haar werkelijk zeer veel dank verschuldigd ben. Maar zij staat pas sinds kort aan het roer en mist van alles; de keizer heeft, naar ik hoor, na het binnenhalen van het koren voor haar het lezen van de aren overgelaten. Verder is mijn gezondheid zodanig dat die niet alleen ongeschikt is voor enige vorm van gedienstigheid, maar zelfs voor sociaal verkeer. Ik blijf amper in leven als ik thuis blijf. De keizer zelf was niet bij machte de uitzinnige monniken in Spanje het zwijgen op te leggen.Ga naar voetnoot14. Daarom ben ik bang dat de koningin er in uw omgeving niet toe in staat is. Maar zelfs als dat allemaal naar wens zou zijn, vrees ik dat dit uiterst fragiele lichaampje het koude, winderige klimaat van die streek niet kan verdragen. | |
[pagina 186]
| |
Ik zou het huis niet weer kunnen verkopen zonder een verlies van honderdvijftig florijnen.Ga naar voetnoot15. Toch zou ik daar niet om geven. Ik zal wachten tot de drukkers uit Frankfurt terugkomen. Na Pasen zal ik misschien een van mijn dienaren sturen, die mij kan berichten wat er vaststaat en een nestje gereed kan maken voor als ik kom, als ik besloten zal hebben naar mijn vaderland terug te keren. Intussen vraag ik u ermee door te gaan de gunstige gezindheid van de zeer illustere koningin te versterken zoals u gewend bent. De Zwinglianen hier zijn wat tammer geworden,Ga naar voetnoot16. maar ik vrees dat de kwaal weer verergert. Oecolampadius heeft al een opvolger, zijn weduwe een echtgenoot.Ga naar voetnoot17. Wat de inwoners van Zürich doen, weet ik niet. Er is, mijn beste Olahus, geen reden om excuses aan te bieden voor uw vrijpostigheid; uw oprechte openhartigheid vind ik erg prettig, aangezien die zonder klatergoud uw welwillendheid toont. Ik antwoordde op de aanmerkingen van de Sorbonne, maar op zeer gematigde toon.Ga naar voetnoot18. Ik wacht de afloop af. Uw brief en die van Lieven ontving ik op 27 februariGa naar voetnoot19. via iemand die door de hoogste postmeester speciaal daarvoor langs Speyer hierheen was gestuurd. Ik schreef dit gisteren, dat is 28 februari. Het ga u goed. Freiburg im Breisgau |
|