De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750

[p. 142]

2588 Aan Gilles de Busleyden
Freiburg, 15 december 1531

Een hartelijke groet, zeer illustere heer. Goclenius berichtte me in zijn brief dat Campen zijn professoraat heeft neergelegd, iets wat ik betreur. Maar Goclenius' brief van omstreeks 15 juli werd mij pas omstreeks 13 november overhandigd. Ik weet hier niemand die ik u zou durven aanraden. Zo hebben die besmettelijke waanideeën de studie bedorven. Ik zal evenwel nauwkeuriger onderzoek doen en verslag uitbrengen. Als de hoogleraren niet in al hun zorgvuldigheid waakzaam zijn, vrees ik dat er uiteindelijk geen belangstelling meer voor dit college zal zijn. Mensen zijn ongelofelijk kieskeurig. Ze dutten in, als ze niet af en toe door genot of nieuwigheid worden geprikkeld. Ik heb de hoogleraren daar per brief aan herinnerd.^1. Ik wens u samen met de uwen het allerbeste.

Freiburg, 15 december 1531

Erasmus

Daar bij u bevindt zich weer die dolzinnige gezant,^2. die in plaats van één brand er vele voor ons zal veroorzaken. Niets dolzinniger dan deze tijd.

Aan de zeer illustere heer Gilles de Busleyden. Brussel

1. Brief 2456.

2. Waarschijnlijk is Girolamo Aleandro bedoeld.