De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2587 Aan Conradus Goclenius
| |
[pagina 139]
| |
gedrukt en enige tijd achtergehouden, totdat ze een soort van toestemming loskregen van een of andere rechter-commissaris.Ga naar voetnoot8. Over de keizerlijke schatkistGa naar voetnoot9. weet ik niet wat ik moet antwoorden, behalve wat juristen plegen te zeggen: een flinke portie voorzichtigheid kan geen kwaad.Ga naar voetnoot10. Ik weet dat ik te maken heb met zeer bedrieglijke monsters. Nu proberen ook bepaalde evangelischen, die dat van die misdadige man uit GelreGa naar voetnoot11. hebben geleerd, met wonderbaarlijke trucs de keizer en Ferdinand tegen mij op te zetten. In Straatsburg hebben ze een pamflet in het Duits uitgegeven, gericht tegen de keizerlijke majesteit, waarin ze geregeld Erasmus als bron citeren;Ga naar voetnoot12. ik vermoed dat ze een aantal passages uit het spreekwoord over de mestkever en de adelaar en uit de voorrede bij Suetonius hebben geplukt.Ga naar voetnoot13. Ik twijfel er niet aan dat dit het werk van Capito en Bucer is, misschien stiekem met hulp van Eppendorf. Ik heb het boek nog niet gezien, maar ik las er vandaag over in een brief van de kardinaal van Trente,Ga naar voetnoot14. die aan het hoofd van Ferdinands geheime raad staat, een bijzonder goede vriend van me. In Straatsburg zette niemand iets tegen mij op touw totdat NijmegenGa naar voetnoot15. daarheen verhuisde, die nu in Augsburg woont en les over poëzie geeft voor een salaris, zeggen ze, van zestig florijnen. Het is een goede zaak dat er twee coryfeeën omgekomen zijn, Zwingli aan het front, Oecolampadius kort daarna door koorts en een abces.Ga naar voetnoot16. Als de oorlogsgod hun gunstig gezind was geweest, was het met ons gedaan. Over de hoogleraar kan ik niets beloven.Ga naar voetnoot17. Hier was als enige de leraar van mijn Erasmius.Ga naar voetnoot18. Hij vertrok in het geheim naar Straatsburg, uit liefde voor de sekte. Alle wetenschappen liggen hier stil, behalve rechtskennis. Ik heb alleen de opschriften van de verordeningen bekeken.Ga naar voetnoot19. De bedoeling daarvan is dat het niet lijkt alsof de financiële experts hebben stilgezeten. Wat hoor ik nu? Mij is het vergaan als in het spreekwoord: ‘een lofzang vóór de | |
[pagina 140]
| |
overwinning’.Ga naar voetnoot20. Ik was inderdaad verbaasd, maar ik durfde je niet te wantrouwen, omdat je het zo duidelijk zei. Dat is het spelletje van pauselijke hovelingen. Ik heb je zorgvuldig bij Valdés aanbevolen, hoewel ik nog niet weet bij wie de zaak bepleit wordt. Ik zou je ook graag bij Campeggi aanbevelen, als ik niet bang was dat ik per ongeluk je zaak nadelig zou beïnvloeden. Maar ik verwacht dat ik binnenkort zonder dat ik droom zal horen: ‘Gewonnen!’ Cammingha stuurde alle vier?Ga naar voetnoot21. Maar aan het totaal ontbraken er meer dan veertien, als ik het wel heb. Ik heb nooit een onbetrouwbaarder of lichtgeraakter wezen meegemaakt dan die jongeman. Ik vermoed dat hij boos is om mijn laatste brief, waarin ik aangaf dat zijn bezoek aan Italië mij geenszins ontging, terwijl hij me ondertussen zogenaamd uit Friesland schreef. En dat als grapje. Ik heb de man verder aangespoord eerlijk met een eerlijke vriend om te gaan. Ook de andere Haio, Haio Herman, schrijft niets, wat, tenzij ik me vergis, door Alaard komt, die onlangs aan Hieronymus Froben schreef dat hij naar Bazel zou komen met zijn commentaren op het werk van Rudolf Agricola, als hij geld voor de reis wilde sturen en ze het ook over een billijke prijs voor de rest eens zouden worden. HijGa naar voetnoot22. heeft een dodelijke haat tegen mij opgevat omdat hij in de CiceroniaanGa naar voetnoot23. is overgeslagen. Wat een monsters baart deze tijd! Cammingha hoeft niet opgepord te worden of een bron van zorg te zijn. Die vier florijnen zijn voor jou, omdat je op eigen kosten de arts, dienaar van Theodrinckus,Ga naar voetnoot24. hierheen stuurde en Hieronymus niets gaf, hoewel de hele zaak hem betrof. Ik weet niet wat jij je laatste brief noemt. Want ze worden niet allemaal bij mij afgeleverd. Die waarin je dat vraagt, is op 17 juli geschreven, maar me pas eind november overhandigd. Daarop heb ik geantwoord via Walter, ooit kanunnik te Maastricht en Luik.Ga naar voetnoot25. Ik heb Valdés niet geschreven, omdat hij niet de indruk wekte binnenkort naar het hof te zullen gaan. Via hem schreef ik ook aan Maarten Lips, en, aangezien hij daar zelf om vroeg, Hezius, die, hoewel hij in Rome mateloos op me gesteld was, bij terugkeer in zi6jn vaderland een ander mens leek te zijn geworden. Ik vraag me af waarom LievenGa naar voetnoot26. zo graag een positie als kamerheer bij koningin MariaGa naar voetnoot27. wil hebben, omdat | |
[pagina 141]
| |
het ambt van secretaris beter bij hem past; ik heb hem zijn zin gegeven, maar tegen mijn zin.Ga naar voetnoot28. Eerst klampte hij zich vast aan De Schepper, aan wie hij naar ik hoor vijftig kronen te leen gaf. Nu draagt De Schepper hem aan mij over door te schrijven dat hij hem nergens bij kan helpen.Ga naar voetnoot29. Ik heb nog niet genoeg vertrouwen in het karakter van Lieven. Ik had hem liever een flinke som geld gegeven dan die aanbeveling. Ik heb medelijden met onze Erasmius, die zoveel pijn verdragen heeft voor zijn studie en nu overweegt koopman te worden, om ooit de dienaar te zijn van mensen wier meester hij kon zijn. Hieronymus heeft zijn eigen positie verstevigd. Ik hoop dat hij,Ga naar voetnoot30. ondanks zijn stotteren, de taal goed leert en dat hij, hoewel het hem in al die jaren niet gelukt is twee woorden foutloos te leren schrijven, een goed koopman wordt. Lieven schrijft dat hij degene is die deze eenvoudige manGa naar voetnoot31. huurt, maar die begon meteen bij het eerste wat hij zei te klagen dat hij geen cent had. Ik herken Lievens manier van doen. Hij had moeten schrijven welk bedrag en welke voorwaarden hij met hem overeengekomen was. Overigens hebben die lieden de gewoonte dubbele betaling te vragen. Met hem als bode heb ik de twee brieven, de ene van jou en de andere van Arnold,Ga naar voetnoot32. naar Hieronymus gestuurd, voor het geval hij iets naar Brabant wil versturen. In de tijd dat hij in Bazel is, maak ik bundels brieven klaar. Ik flapte er tegenover Cammingha uit, dat Haio Herman in Italië aan de Franse schurftGa naar voetnoot33. had geleden. Misschien heeft hij dat aan een verschillende mensen doorverteld, wat nogal gemeen zou zijn. Het kan zijn dat hij daar boos om is. Viglius heeft ons hier een bezoek gebracht toen hij op weg was naar Italië.Ga naar voetnoot34. Er is geen vriendelijker wezen dan deze jongeman. Ik gaf opdracht de hele bundel aan jou te geven, zodat je persoonlijk kunt overhandigen, als je dat wilt, wat je goeddunkt. Het ga je goed. Freiburg, 14 december 1531 |
|